ARC-Rapporten 2010-22

Volgens het bureau-onderzoek door Econsultancy ligt het plangebied op de overgang van een dekzandrug naar een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden, waarin een veldpodzol is gevormd. De locatie heeft door haar ligging een middelhoge tot hoge trefkans op archeologische resten uit alle periodes vanaf het Laat-Paleolithicum. In de nabijheid van de locatie zijn echter geen archeologische vondsten bekend. Tot in de tweede helft van de 20e eeuw maakte de locatie deel uit van een houtwal binnen een heidegebied en later landbouwgebied. Sinds de jaren 1950 ligt de locatie binnen de bebouwde kom van Barneveld en is ze in gebruik als tuin. Het karterend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat binnen het plangebied op een dekzandrug ligt, met in de ondergrond fluvio-eolische afzettingen (ten dele verspoelde dekzanden). In een boring is een veldpodzol waargenomen, in de overige boringen is de bodem tot een diepte van 90 cm -mv vergraven, waarbij het oorspronkelijke bodemprofiel is afgetopt. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen tijdens het zeven van de genomen monsters. Gezien de mate van verstoring op het grootste deel van de locatie, het historisch landgebruik (heide) en het ontbreken van archeologische indicatoren, kan geconcludeerd worden dat de kans dat er archeologische resten binnen het plangebied aanwezig zijn, klein is