Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

In opdracht van Van de Giessen Milieupartner is in februari 2007 een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied 'Pastoor Graatweg' te Millingen aan de Rijn, gemeente Millingen aan de Rijn. Voorafgaand aan het veldonderzoek is een bureauonderzoek uitgevoerd om een archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied op te stellen. Met de uitvoering van het veldwerk is dit verwachtingsmodel getoetst. De onderzoekslocatie ligt in de loop van het stroomdal van Leuth. Om en nabij dit stroomdal zijn archeologische vondsten gedaan uit de periode ijzertijd tot en met de Late Middeleeuwen. Tijdens het veldonderzoek zijn in totaal zes grondboringen gezet om de bodemkwaliteit binnen het onderzoeksgebied te bepalen en de bodem te onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Na het archeologisch veldonderzoek in het plangebied aan de Pastoor Graatweg te Millingen aan de Rijn is duidelijk geworden dat de bodem in het plangebied grotendeels een gelijke opbouw kent. De bodem bestaat uit een laag rivierklei waaronder rivierzand is aangetroffen. Dit is het zand dat in het stroomdal door de rivier is afgezet. In bijna alle boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. In boringen 1, 3, 4, 5 en 6 zijn fragmenten houtskool waargenomen. Naast het houtskool zijn in boringen 3 en 6 ook enkele fragmenten bot aangetroffen. In boring 6 is in een geroerde laag ook een fragment Middeleeuws aardewerk aangetroffen. Het is onduidelijk wat de herkomst van dit aardewerk is. Omdat echter alle artefacten zich in de verstoorde bovenste kleilaag van het profiel bevonden. Is de kans op gave archeologische grondsporen zeer klein. Archeologisch vervolgonderzoek wordt voor het plangebied Pastoor Graatweg te Millingen aan de Rijn, gemeente Millingen aan de Rijn, dan ook niet noodzakelijk geacht