Rapport 1005

Om vast te stellen of archeologische waarden aanwezig zijn binnen het onderzoeksgebied Westeinde 128 - 132 is door de Afdeling Archeologie van de Gemeente Den Haag een Bureauonderzoek in combinatie met een Inventariserend Veldonderzoek-boringen uitgevoerd. Bij het bureauonderzoek is vastgesteld dat het onderzoeksgebied vanwege de ligging op de overgang van een strandwal naar een strandvlakte een archeologische verwachting heeft voor vindplaatsen uit pre- of vroeghistorische tijden. Omdat een groot deel van het gebied in recente tijden verstoord geraakt is door verschillende bouwgangen, heeft het gebied geen verwachting meer voor resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd vernietigd, ondanks de ligging in de oude stadskern. Een klein deel van het huidige parkeerterrein is waarschijnlijk niet of slechts ondiep verstoord geraakt. De kans dat eventuele archeologische resten hier bewaard zijn gebleven is aanwezig. Om de archeologische verwachting te toetsen is een Inventariserend Veldonderzoek boringen uitgevoerd. Dit booronderzoek liet zien dat de bodem van het gebied waar mogelijke archeologische resten bewaard zijn gebleven op geringe diepte onder maaiveld ernstig verstoord is. Alle boringen liepen vast in puin. De einddiepte van de boringen was zodanig dat de kans op archeologische resten uit de pre- of vroeghistorische periodes daaronder verwaarloosbaar klein is. Bebouwing uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd is conform de resultaten van het bureauonderzoek niet aangetroffen. De aangeboorde puinlagen hebben met subrecente activiteiten (ophogingslaag of sloop ziekenhuis in de jaren zeventig te maken. Bovenstaande maakt duidelijk dat er in het onderzoeksgebied Westeinde 128 - 132 geen archeologische waarden worden verwacht. De afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag beveelt daarom geen vervolgonderzoek aan