rapport 2332

In opdracht van AquaTerra-KuiperBurger B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Preekhillaan 3 in Ouddorp (gemeente Goedereede). In het plangebied zal een kerk gebouwd worden en een deel van de bestaande bebouwing worden gesloopt. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van het bureauonderzoek werden binnen het plangebied mariene afzettingen van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren verwacht. In de Romeinse tijd heeft zich op deze mariene afzettingen veen ontwikkeld. Tijdens latere trangsgressiefasen in de Late Middeleeuwen is het plangebied overdekt door Jonge duin- en strandzanden, waarbij delen van het veen is geerodeerd. In het hele plangebied worden archeologische resten verwacht uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd in de top van de Jonge duin- en strandzanden. Het vondstniveau wordt verwacht in de eerste ca. 30 cm beneden het maaiveld. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, waterputten etc.) worden binnen ca. 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit nederzettingsresten. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Onder de Jonge duin- en strandzanden worden in het mogelijk aanwezige veenpakket resten verwacht uit de Romeinse tijd. De resten manifesteren zich naar verwachting als een archeologische laag, bestaande uit een vermenging van onder meer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. De meeste typen archeologische resten (bot, houtskool, aardwerk, metaal) zullen door de natte en zuurstofloze condities goed zijn geconserveerd. Ze zijn bovendien afgedekt door Jongere duin- en strandafzettingen en buiten het bereik van moderne (land)bouwactiviteiten gebleven. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. Tijdens het veldonderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet