Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Zuiderlingedijk 69 te Spijk, gemeente Lingewaal (Gld.)

De bovengrond van de locatie bestaat uit een donkerbruine lichte klei van 0,4 – 0,5 meter dikte. Hieronder ligt een sterk gevlekte bruin tot bruingrijze matig zware klei met matig veel tot zeer veel roestvlekken. Het niveau van de gemiddeld laagste grondwaterstand ligt rond 0,8 m –mv. Beneden dit niveau zijn de afzettingen volledig gereduceerd en donkergrijs van kleur. Beneden de grondwaterstand is nauwelijks sprake van biologische activiteit. Hierdoor zijn de oeverafzettingen nog volledig gelaagd. De bodemopbouw bestaat tot minimaal 3 m –mv uit een zogenaamde fining-upwards-sequentie, wat kenmerkend is voor oeverafzettingen die tot de formatie van Echteld behoren. De afzettingen worden naar beneden toe steeds zandiger. In de ondergrond worden zandlagen afgewisseld door steeds dunner wordende kleilagen. In boring 1 kon het oorspronkelijke beddingzand van een voormalige loop van de Linge worden bereikt op een diepte circa 2,95 m –mv. Het aangetroffen bodemprofiel kan worden geklassificeerd als poldervaaggrond. Het booronderzoek is uitgevoerd als karterend onderzoek. Het opgeboorde materiaal is doorbrokkeld en doorzocht op archeologisch indicatoren. Hierbij zijn alleen in de bouwvoor archeologische indicatoren aangetroffen. Boring 1 is geplaatst vlakbij een recentelijk gesloopt gebouwtje. Hierdoor komt in de bouwvoor veel baksteen en puin voor. Beneden 0,4 m –mv zijn geen archeologische resten meer aangetroffen. In boring 2 is in de bouwvoor een klein fragment geglazuurd wit-bakkend aardewerk aangetroffen. Dit aardewerk dateert uit de Nieuwe Tijd. In dezelfde laag zijn meerdere fragmenten steenkool aangetroffen. Beneden 0,5 m –mv zijn geen archeologische resten meer aangetroffen. In boring 3 zijn in de bouwvoor sporen baksteen aangetroffen. Beneden 0,4 m –mv zijn geen archeologische resten meer aangetroffen. Conclusies De onderzoekslocatie ligt in het rivierengebied, deels op de meandergordel van de Linge. Op deze meandergordel kunnen bewoningssporen vanaf de Romeinse Tijd/Vroege Middeleeuwen, maar meer waarschijnlijk vanaf Late Middeleeuwen, worden aangetroffen. Op de locatie worden oeverafzettingen op beddingafzettingen aangetroffen. De bodemopbouw is op de locatie volledig intact en kan worden geklassificeerd als poldervaaggrond. Tijdens het karterend booronderzoek zijn op de onderzoekslocatie alleen in de bouwvoor archeologische indicatoren aangetroffen. Deze archeologische resten kunnen alle worden gedateerd in de Nieuwe Tijd. Beneden 0,5 m –mv zijn geen archeologische resten meer aangetroffen. Het is daarom dan ook onwaarschijnlijk dat er op de onderzoekslocatie een archeologische vindplaats aanwezig is