ARC-Rapporten 2010-176

Volgens het bureau-onderzoek ligt de onderzoekslocatie in een komgebied. In de ondergrond komen afzettingen van de stroomgordel van Maurik en/of Zoelmond voor. Op de locatie worden aan het maaiveld crevasse-afzettingen verwacht van het crevasse-complex dat actief was ten tijde van het ontstaan van de Lek en de Stroomgordel van Ravenswaaij, tussen 1950 en 2200 jaar geleden. Op het uiterste noordelijke deel worden mogelijk crevasse-afzettingen van de Zoel-crevasse verwacht, die actief was tussen 900 en 1100 jaar geleden. In de ondergrond zijn waarschijnlijk afzettingen van de stroomgordels van Maurik en Zoelmond aanwezig, die actief zijn geweest tussen 6200 en 4620 jaar geleden. Op de locatie zijn volgens de bodemkaart poldervaaggronden tot ontwikkeling gekomen. De crevasse-afzettingen in het zuiden hebben volgens de gemeentelijke beleidsadvieskaart een hoge archeologische trefkans voor archeologica vanaf de Romeinse Tijd. De afzettingen van de Zoel-crevasse hebben een hoge trefkans voor de periode vanaf de Late Middeleeuwen. De afzettingen van de stroomgordels van Maurik en Zoelmond in de ondergrond hebben een middelhoge trefkans voor resten uit de periode Midden-Neolithicum-IJzertijd. Er zijn geen archeologische monumenten bekend in de omgeving Wel zijn op enige afstand crematieresten uit de Romeinse Tijd aangetroffen. Het huidige boerenbedrijf is in de jaren 1970 gerealiseerd. Hiervoor was de locatie in gebruik als grasland. Het verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat de onderzoekslocatie voornamelijk deel heeft uitgemaakt van een zeer nat komgebied, waarin naast normale komklei ook humeuze klei is afgezet en veenvorming is opgetreden. In de ondergrond komen Middenholocene oeverafzettingen van de stroomgordels van Maurik en/of Zoelmond voor. Op het grootste deel van de onderzoeksloccatie liggen aan het maaiveld crevasse-afzettingen uit de Romeinse Tijd. Laatmiddeleeuwse crevasse-afzettingen van de Zoel zijn waarschijnlijk niet op de locatie aanwezig. In de top van de crevasse- en komafzettingen zijn poldervaaggronden tot ontwikkeling gekomen. Rondom de voederkuilen is de bodem tot een meter geroerd. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Geconcludeerd wordt dat de trefkans op archeologische resten vanaf de Romeinse Tijd voor de, grotendeels intacte, crevasse-afzettingen hoog blijft. De trefkans voor de in de ondergrond gelegen afzettingen van de stroomgordels van Maurik en/of Zoelmond is, bij het ontbreken van aanwijzingen voor bodemvorming, laag te noemen