ARC-Rapporten 2007-1

Ingenieurs bureau BCC te Leerdam heeft aan Archaeological Research en Consultancy (ARC bv) opdracht verleend tot het uitvoeren van een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureau-onderzoek, boringen en een eventueel aanvullende oppervlaktekartering op een aantal percelen langs de Oudelandertocht nabij Lambertschaag. De aanleiding tot het IVO vormt de geplande aanleg van een gasleiding. Hierbij zal de bodem tot circa 3 m diepte worden verstoord. Plaatselijk zal de bodem 4 tot 5 meter onder maaiveld verstoord worden. De boringen zijn op 19 en 20 december 2006 geplaatst en beschreven door drs. P.J.A. Stokkel en ing. M.C. Botermans van ARC bv. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. Over grote delen van het tracé is de kans op het aantreffen van archeologische resten minimaal. Deze terreindelen kunnen derhalve worden vrijgegeven. Echter op die locaties waar zich een restant veen bevindt en/of sprake is van mogelijke kreekruggen, wordt aanbevolen om de werkzaamheden onder een archeologische begeleiding, conform KNA 3.1, plaats te laten vinden, zodat eventuele archeologische resten kunnen worden opgespoord en gedocumenteerd. Deze aanbeveling wordt onderschreven door drs. G.P. Alders, senior archeoloog Steunpunt Cultureel Erfgoed Noord-Holland. Voorafgaand aan het veldwerk dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, goed te keuren door de bevoegde overheid. Deze beslist eveneens over het te volgen traject