Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van proefsleuven

ADC ArcheoProjecten heeft een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd voor het plangebied Brummen Engelenburgerlaan. Dit archeologisch onderzoek vond plaats in het kader van de nieuwbouw van woningen in het plangebied. Op basis van vooronderzoek werd op deze locatie mogelijk een nederzetting en/of een urnenveld uit de Late Bronstijd t/m Vroege IJzertijd verwacht. Tevens bestond de kans op het aantreffen van nederzettingsresten uit de Middeleeuwen. Het belangrijkste doel van een IVO in de vorm van proefsleuven is het vaststellen van de aard, omvang en kwaliteit van de vindplaats(en) in het gebied, om te komen tot een definitief oordeel over de behoudenswaardigheid ervan. Om dit te bereiken zijn 14 proefsleuven in het plangebied aangelegd. In het noorden en westen van het plangebied waren archeologische resten uit de Vroege tot en met Midden-IJzertijd aanwezig. Het gaat ten eerste om overblijfselen van het grafritueel, zoals kuilen met houtskool en crematieresten, en crematiegraven in urnen. Daarnaast zijn uit ongeveer dezelfde periode enkele paalkuilen aangetroffen, wat kan betekenen dat op deze plaats een (klein) gebouw heeft gestaan. In het oostelijke deel van het plangebied zijn vier sporen aangetroffen die waarschijnlijk uit de Middeleeuwen of de Nieuwe tijd dateren. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terreindeel met resten uit de IJzertijd als behoudenswaardig te kenmerken, en het oostelijke deel van het plangebied als niet behoudenswaardig. Het meest noordelijke deel van het plangebied kon niet worden onderzocht; hierover kan derhalve geen selectieadvies worden gegeven. Het streven is om de behoudenswaardige archeologische resten in situ te behouden. Indien het onvermijdelijk is dat in het westelijke deel van het plangebied bouwwerkzaamheden plaats zullen vinden, zouden de mogelijkheden van archeologiesparende methoden kunnen worden onderzocht. Indien planaanpassing niet mogelijk is, adviseert ADC ArcheoProjecten om het westelijke deel van het terrein deels vlakdekkend op te graven