Rapport 1013

Om vast te stellen of archeologische waarden aanwezig zijn binnen de twee plangebieden, is door de afdeling Archeologie van de Gemeente Den Haag een Bureauonderzoek in combinatie met een Inventariserend veldonderzoek-boringen uitgevoerd. Bij het bureauonderzoek is vastgesteld dat de twee plangebieden op grond van de ligging op een strandwal een archeologische verwachting hebben voor vindplaatsen vanaf het laat-neolithicum tot en met de nieuwe tijd. Hierbij kan met name gedacht worden aan nederzettingen en akkerarealen. Om de archeologische verwachting te toetsen is een Inventariserend veldonderzoek-boringen uitgevoerd ter plekke van de twee deellocaties. Hieruit is gebleken dat beide plangebieden geen archeologische verwachting (meer) kennen. Bovenstaande maakt duidelijk dat in beide deelgebieden geen archeologische waarden verwacht worden. Daarom wordt geadviseerd om de plangebieden vrij te geven