rapport 2201

In opdracht van Dhr. Voermans heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Horsterweg 70b in Venray. In het plangebied zal een nieuwe woning gebouwd worden na sloop van de huidige bebouwing. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van het bureauonderzoek is geconstateerd dat in het hele plangebied archeologische resten aanwezig kunnen zijn uit alle archeologische perioden. Het vondstniveau werd verwacht onderin het plaggendek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont; hier wordt ook wel van 'cultuurlaag' gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het plaggendek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen of houtskool. Archeologische sporen werden verwacht tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. De beperkt beschikbare gegevens laten niet toe het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren. Direct onder het maaiveld werden archeologische resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd in het plangebied verwacht. Het gaat hierbij waarschijnlijk voornamelijk om funderingsresten of bewoningsresten. Vanwege de ondiepe ligging van deze resten werd ermee rekening gehouden dat de archeologische waarden uit dit niveau door (sub)recente activiteiten verstoord kunnen zijn geraakt. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een booronderzoek (specificatie VS03) uitgevoerd. Hierbij zijn drie verkennende en één karterende boring tot een maximale diepte van 175 cm onder het maaiveld uitgevoerd. In het hele plangebied is bij dit onderzoek een (deels) verstoorde bodemopbouw aangetroffen. In het bovenste pakket zijn archeologische resten uit de Nieuwe Tijd aangetroffen. ADC ArcheoProjecten adviseert, omdat de verstoringoppervlakte binnen het plangebied minder dan 250 m2 bedraagt, om geen archeologisch vervolgonderzoek ten behoeve van de voorgenomen ingreep uit te voeren. Het overige deel van het plangebied zal wel planologisch worden beschermd door middel van een archeologische dubbelbestemming. Het is niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet