BAAC-rapport 05.022

In opdracht van Schutte Bouwbedrijf bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie (BAAC bv) een inventariserend archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het plangebied Laan van Orden te Apeldoorn, provincie Gelderland. Aanleiding voor dit onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied waarbij het bestaande winkelcentrum verplaatst zal worden naar een ander deel van het terrein en op de locatie van het winkelcentrum nieuwbouw gerealiseerd zal worden. Hierbij zal de bodem minimaal tot een diepte van circa 1,5 m ontgraven gaan worden. Als gevolg van de geplande graafwerkzaamheden bestaat er een gerede kans dat archeologische waarden verstoord of vernietigd zullen worden. Overigens zal het kadastrale perceel no. 1127 – dat in het plangebied ligt en waarop een benzinestation ligt – niet herontwikkeld worden. Dit perceel maakt dus geen deel uit van het onderzoek. Op grond van het bureau-onderzoek is gebleken dat de kans op het aantreffen van archeologische resten in of op een intact bodemprofiel minimaal is, gezien de grote mate van verstoring in het gebied. Daarbij zij verwezen naar de fundering en onderkeldering van de verscheidene gebouwen en de leidingen en kabels die in het gebied lopen. Gezien het voorkomen van holtpodzolgronden en haarpodzolgronden met relatief dunne humushoudende bovengronden zal het bodemprofiel zeker zijn verstoord tot in de schone C-horizont en dus tevens tot onder een eventueel aanwezig archeologisch laagpakket. De fundamenten van de Order molen zijn naar het zich laat aanzien gesloopt bij de aanleg van de kelder voor de wasserij en de directeurswoning. Voor de opdrachtgever betekent dit dat het risico op het aantrefen van archeologische resten in of op een nog intacte bodemprofiel door BAAC bv als laag tot zeer laag wordt ingeschat. Bovenstaande risico-inschatting is gebaseerd op uitsluitend de resultaten van een bureau-onderzoek. Meer zekerheid kan verkregen worden indien voorafgaande aan eventuele herontwikkeling van het gebied een inventariserend veldonderzoek door middel van grondboringen wordt uitgevoerd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gelden voor die kleinere deelgebieden waar zich geen onderkelderingen of leidingen bevinden en waar mogelijk grondverzet zal gaan plaatsvinden. De resultaten van het bureau-onderzoek geven daar op dit moment echter geen aanleiding toe, zodat het selectieadvies voor het bevoegd gezag luidt om geen vervolgonderzoek aan te bevelen bij de herontwikkeling van het gebied