BAAC rapport V-08.0153

In opdracht van de gemeente Gennep heeft het onderzoeks- en adviesbureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuur- en Cultuurhistorie (BAAC bv) een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Genneperhuis te Gennep. Het AMK-terrein 'Genneperhuis', een beschermd archeologisch monument van zeer hoge archeologische waarde (Genneperhuis; Genneperhuisweg, CMA-nr. 46B-019, monumentnr. 525667), maakt onderdeel uit van het plangebied. Het betreft een terrein waarop zich restanten van een middeleeuws omgracht kasteel bevinden. In de 17de eeuw is het terrein gefortificeerd. Hierbij zijn een dubbele gebastionneerde wal met gracht, ravelijnen, een kroonwerk en een gebastionneerd werk met een onregelmatige vorm aangelegd. De vesting is enkele keren verbouwd en eind 18de eeuw door de Fransen verwoest. Momenteel zijn in het landschap de contouren van de vestingwerken nog deels zichtbaar. Conclusie: Van de acht boorraaien zijn profielen gemaakt waarin de diepte en de breedte van de grachten en grachtvullingen in beeld is gebracht. Ter hoogte van de raaien G en H lijkt gezien de breedte en humeuze vullingen van de daar aanwezige opgevulde depressies sprake te zijn van oude Nierslopen, die later zijn gebruikt en lokaal mogelijk deels zijn aangepast om als gracht te gaan fungeren. De dikte van het ophoogpakketter plaatse van de wallen is minder duidelijk te reconstrueren, omdat in de meeste gevallen het oorspronkelijke maaiveld vergraven en daardoor niet meer te achterhalen is. De geologische opbouw van het gebied laat ten noordoosten van het kroonwerk een Pleniglaciaal terras (op circa 10 m +NAP) met rivierduin en begraven bodems zien. Ten zuiden en zuidwesten van het kroonwerk ligt een lager gelegen Late Dryas terras (op circa 8 à 9 m +NAP) met een holoceen kleidek en enkele holocene geulen van de Niers. Middels het verkennende booronderzoek is de ligging van de grachten en wallen ter plaatse van de grachten in kaart gebracht. Er zijn nauwelijks archeologische indicatoren aangetroffen (op baksteen na). Dat wil niet zeggen dat tastbarearcheologische resten niet aanwezig zijn. De gebruikte methode van onderzoek is namelijk niet toereikend om zaken als grondsporen, houten beschoeiingen of palissaden, toevalsvondsten (bv. kanonskogels en wapentuig), muurwerk of afvalmateriaal in de grachten te kunnen traceren. Uit het booronderzoek is gebleken dat de oorspronkelijke grachtbodems (onderzijde van de vullingen) zich allemaal beneden de grondwaterspiegel bevinden. Eventueel aanwezige houten palen behorende tot (kade)beschoeiingen, palissaden, steigers, bruggen of sluisconstructies kunnen derhalve nog in goede conditie worden aangetroffen. Eventuele afvaldumps en toevalsvondsten van zowel anorganisch als organisch materiaal zullen onder de grondwaterspiegel eveneens goed behouden zijn gebleven. Voorwerpen van ijzer zullen daarentegen onder de grondwaterspiegel een slechte conserveringsgraad hebben. Organisch materiaal zal boven de grondwaterspiegel grotendeels zijn vergaan. In de grachtvulling moet lokaal in ieder geval met afvaldumps van bijvoorbeeld baksteen en mortel rekening worden gehouden als resultaat van de verwoesting van de vesting