Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek

In opdracht van Van Dijk geo- en milieutechniek heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Achtersloot 51 te IJsselstein. In het plangebied zal een woonhuis worden gebouwd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een projectprocedure ten behoeve van een wijziging in het bestemmingsplan en een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Gezien de landschappelijke ligging van het plangebied op de Neder-Oudland stroomgordel en op basis van elders op deze stroomgordel aangetroffen archeologische resten kunnen in het hele plangebied archeologische resten worden aangetroffen uit de Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Aan en direct onder het maaiveld kunnen archeologische resten voorkomen uit de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Gezien de ligging van het plangebied langs een laatmiddeleeuwse ontginningsbasis en aangezien binnen het plangebied op de geraadpleegde kaarten vanaf de periode 1811-1832 bebouwing aanwezig is, wordt de kans op dergelijke resten groot geacht. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. In boring 3 en 4 zijn fosfaatvlekken aangetroffen die mogelijk een aanwijzing vormen voor de aanwezigheid van een laatmiddeleeuwse huisplaats. Dit is echter niet met zekerheid te concluderen, de fosfaatvlekken zouden ook het gevolg kunnen zijn van (sub)recente opslag van mest. In boring 2 zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor archeologische waarden maar gezien de ligging van deze boring op het huiserf worden archeologische waarden niet uitgesloten. Ter plaatse van boring 1 worden geen archeologische waarden meer verwacht aangezien deze boring is gezet in het weiland ten zuiden van het huidige huiserf. De mogelijke archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen zullen zich waarschijnlijk binnen de grenzen van het huidige erf bevinden. In boring 1 zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats uit een eerdere periode. ADC ArcheoProjecten adviseert om ter plaatse van de toekomstige bebouwing en buiten de huidige bebouwing een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een aanvullend karterend booronderzoek, teneinde vondstmateriaal te verzamelen dat uitsluitsel kan geven omtrent de aanwezigheid van een huisplaats die teruggaat tot de Late Middeleeuwen. Voor dit onderzoek dienen 4 boringen te worden gezet met een 12 cm Edelmanboor tot in de top van de oeverafzettingen van de Neder-Oudland stroomgordel. De relevante bodemlagen (lagen met archeologische indicatoren) dienen te worden bemonsterd en gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA)