Stadse fratsen 20

Bij het uitgraven van een slibdepot op het (toekomstige) bedrijvenpark Westpoort, ten westen van Hoogkerk, is in de zomer van 2007 een deel van een kleine nederzetting uit de Romeinse ijzertijd opgegraven. Deze nederzetting kwam aan het licht door een vondstmelding van de heer van der Vlugt (Groningen), die op zijn vrije zaterdag een wandeling over het uitgegraven slibdepot maakte. Het uitgegraven oppervlak lag bezaaid met scherven. Een na de melding uitgevoerde veldverkenning van het depot leverde behalve nog meer scherfmateriaal ook aanwijzingen voor een laag kleiplatform op. Dit antropogene kleipakket lag op een dun veenpakket. Na overleg met de directie van het bedrijvenpark kon er in september 2007 een archeologische opgraving worden uitgevoerd. Het bleek dat de nederzettingsresten op het inmiddels vrijwel geheel geërodeerde veendek lagen. Op dit veen was een laag klei opgebracht. De bovenkant van het kleipodium lag vol met scherfmateriaal, zoveel zelfs dat gedacht moet worden aan een doelbewuste aanplemping van de klei met scherfgruis, als extra versteviging. De scherven dateren vrijwel allemaal uit de 1e eeuw n. Chr. De afmeting van het kleipodium kon niet worden bepaald aangezien het slibdepot maatgevend was voor de omvang van de opgraving. Ten zuiden daarvan liggen de ventweg Matsloot en de Rijksweg A7. Juist aan deze zijde loopt de vindplaats vrijwel zeker door. Het veenpakket waarop de bewoning plaatsvond is in de loop van de tijd sterk ingeklonken. Enkel de diepe sporen die tot in de onder liggende klei waren gegraven konden worden waargenomen. Wel hadden enkele houten palen de tand des tijds doorstaan. Een aantal staanders van gekloofde stammen vormde een in totaal 12-palige spieker. Een viertal ondiepe paalgaten vormde een tweede spieker. Twee rijen met zeer vermolmde paalrestanten zijn mogelijk als gebouwstructuur te interpreteren. De aangetroffen grondsporen doen vermoeden dat het om een klein boerenerf gaat