Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek

In opdracht van de gemeente IJsselstein heeft ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied op de hoek van de Molenstraat en de Schuttersgracht in IJsselstein. In het plangebied zal een tijdelijke dam met duiker óf brug in / over de stadsgracht aangebracht worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van herinrichtingswerkzaamheden in de stadskern van IJsselstein en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het plangebied bevindt zich in het zuidoostelijke deel van de middeleeuwse stadskern van IJsselstein. Hier kunnen resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd aanwezig zijn, zoals ophogingslagen, funderingen, kuilen en beerputten. Ook wordt in het gebied de stadsmuur en -gracht van IJsselstein verwacht. Onder de verwachte archeologische resten die gelieerd zijn aan de historische kern, kunnen resten vanaf het Late Neolithicum tot en met de Middeleeuwen verwacht worden. Deze resten zullen naar verwachting zich manifesteren als een archeologische laag. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een karterend booronderzoek uitgevoerd. In het centrale en zuidelijke deel van het plangebied is naar het zuiden toe de (vulling van de) stadsgracht van IJsselstein aangetroffen. In de opvulling van de gracht bevinden zich puin- en baksteenresten, houtskool en andersoortig nederzettingsafval. Direct ten noorden van de stadsgracht zijn meerdere boringen gestuit op een ondoordringbare laag baksteen. Gezien het feit dat deze boringen over een lengte van 2 m stuitten, dat in beide raaien deden en direct ten noorden van de gracht waren gelegen, is het zeer waarschijnlijk dat ter plaatse de fundamenten van de stadsmuur van IJsselstein zijn aangeboord. De dikte van de muur bedraagt ca. 2 m. Ten noorden van de stadsmuur van IJsselstein zijn ophooglagen met daaronder komafzettingen aanwezig. De ophooglagen zijn gelieerd aan de stadskern. Tijdens het booronderzoek zijn geen oeverafzettingen van de Buitenzorgse meandergordel aangetroffen Indien behoud van de in de grond aanwezige archeologische resten niet mogelijk blijkt te zijn omdat de bodem verstoord gaat worden, adviseert ADC ArcheoProjecten om een proefsleuvenonderzoek uit te laten voeren om de begrenzing, ligging en vorm van de stadsmuur en gracht beter te bepalen. Ook dient rekening gehouden te worden met het feit dat zich ten noorden van de stadsmuur resten uit de Late Middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd kunnen bevinden, in de vorm van funderingen, beerputten, kuilen en perceleringsgrenzen