Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek

In opdracht van Hans Rietveld Agrarisch Advies heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Hoogeind 24a in Leerdam (gemeente Leerdam). In het plangebied zal een kantoor/ machineloods worden gerealiseerd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Het plangebied is gelegen binnen een veenontginningsas die dateert uit de Late Middeleeuwen. Volgens de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zuid Holland en de Archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Leerdam is binnen het plangebied sprake van een woonheuvel. Derhalve kunnen ter plaatse van het plangebied ophogingpakketten, erfstructuren alsmede water- en/of beerputten worden aangetroffen. In de ondergrond van het plangebied bevindt zich de Middelkoopmeandergordel. Hoewel op of in de top van de oeverafzettingen de meandergordel nog geen archeologische resten zijn aangetroffen, zijn op basis van het huidige bureauonderzoek dergelijk resten niet uit te sluiten. Het gaat hierbij om resten vanaf het Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. De top van het beddingzand waarop de oeverafzettingen rusten wordt verwacht tussen 3 en 3,6 m -mv. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Op een diepte van ca. 340 cm -mv zijn oeverafzettingen van de Middelkoopmeandergordel aangetroffen. In de top van de oeverafzettingen zijn rietresten aangetroffen. Ook beschikt het pakket over een slappe consistentie. Daarom worden de oeverafzettingen niet geschikt geacht voor bewoning in de prehistorie. Er zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden die teruggaan tot de Late Middeleeuwen aangetroffen. In boring 1, 2 en 4 is een ophogingspakket aangetroffen. In boring 1 gaat dit pakket mogelijk terug tot de 16e eeuw, maar het zou ook recenter kunnen zijn. Het ophogingspakket dat in boring 3 en 4 is aangetroffen is recenter (19e/20e eeuw) opgebracht en/of omgewerkt. Aangezien de bodem van het noordelijk deel van het plangebied (ter hoogte van boring 3) als gevolg van recente graafwerkzaamheden is omgewerkt en in het zuidelijk deel van het plangebied alleen aanwijzingen zijn aangetroffen die op zijn vroegst teruggaan tot de 16e eeuw, wordt de kans op het aantreffen van archeologische waarden te gering geacht om vervolgonderzoek te rechtvaardigen. ADC ArcheoProjecten adviseert om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet