ARC-Rapporten 2005-123

Aanleiding tot het uitvoeren van een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) vormen voorgenomen bouwwerkzaamheden op een terrein aan de Eexterweg 21 te Gieten, gemeente Aa en Hunze (Drenthe). De momenteel op het terrein aanwezige bebouwing zal hierbij verdwijnen en een winkelbestemming krijgen. Conform het Verdrag van Malta dient voorafgaand aan de potenti¨ele vernietiging van het aanwezige bodemarchief de archeologische waarde van het plangebied vastgesteld te worden. In opdracht van de gemeente Aa en Hunze is het archeologisch onderzoek uitgevoerd door Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) te Groningen. Het IVO bestond uit een archeologisch bureau-onderzoek, uitgevoerd door mw. drs. S.A. Mulder en een karterend booronderzoek, uitgevoerd op 23 november 2005 door dr. H. Buitenhuis en mw. drs. S.A. Mulder. Het veldonderzoek heeft tot doel om door middel van grondboringen het verwachtingsmodel te verifiëren en aan te vullen met veldgegevens. Aan de hand van de verkregen resultaten is vastgesteld of er archeologische resten in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn, wat de aard en omvang hiervan is en of de voorgenomen werkzaamheden een bedreiging vormen voor het potentieel aanwezige bodemarchief. Het veldwerk geeft aan, dat het terrein tot een diepte van 50–70 cm vrij recentelijk is verstoord. Deze verstoorde laag gaat geleidelijk over in fijn, lichtgeelbruin dekzand. Sporen van een oude (podzol)bodem zijn niet gevonden, en zijn ook niet meer te verwachten op dit terrein