GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 792

Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied ligt in een zone met een opbouw van klei op veen op zand. Er kunnen archeologische resten verwacht worden die dateren uit de Steentijd en vanaf de Late IJzertijd/Romeinse Tijd. Eventuele archeologische resten kunnen zich direct vanaf maaiveld bevinden en in de top van de dieper gelegen zandondergrond. Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodemopbouw in het plangebied overeenkomt met de te verwachten opbouw volgens het bureauonderzoek. De afdekkende kleilaag neemt in westelijke richting in dikte toe. Er zijn tijdens het veld onderzoek in deze laag bij 2 boringen archeologische indicatoren waargenomen in de vorm van houtskool (boring D05) en een mestlaagje (boring A38). Aanvullende boringen hebben de aanwezigheid van een vindplaats bij boring D05 niet kunnen bevestigen. Bij boring A38 is sprake van een archeologische vindplaats, waarvan de precieze aard en datering op basis van de uitgevoerde boringen niet vastgesteld heeft kunnen worden. Voor zover er sprake is van lichte bodemvorming in de top van het zand, bevindt deze zich buiten het bereik van de geplande graafwerkzaamheden. In de top van het zand zijn geen archeologisch indicatoren waargenomen