GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 604

Op basis van de bodemkundige en geomorfologische situatie van het plangebied en de bekende archeologische gegevens, en dan met name de resultaten van het door Grontmij eerder uitgevoerde onderzoek binnen het plangebied, wordt de middelhoge archeologische verwachting voor het zuidelijk deel van het plangebied bijgesteld naar hoog voor de perioden Romeinse Tijd tot en met de Nieuwe Tijd. Archeologische waarden kunnen direct onder de bovengrond worden aangetroffen. Archeologische indicatoren uit de periode Romeinse Tijd tot en met de Nieuwe Tijd kunnen bestaan uit onder andere grondsporen (paalkuilen, waterputten, greppels, afvalkuilen), funderingsresten, aardewerk, houtskool, metaal, glas en bot. Voor het noordelijk deel van het terrein, ter hoogte van de voormalige loop van de Hunze, blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd. Dit deel van het plangebied zal niet zozeer geschikt geweest zijn voor bewoning, maar er kunnen wel resten in gedeponeerd zijn. Bovendien kunnen hier resten van bruggen en voordes aanwezig zijn. Er dient te worden opgemerkt dat de bodem in het plangebied deels verstoord zal zijn als gevolg van de bodemingrepen die zijn uitgevoerd tijdens de bouw van de in het plangebied aanwezige boerderij