GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 993

Het onderzoek is onderverdeeld in 2 onderdelen.Ter plaatse van de te plaggen zones is een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (IVO-B) uitgevoerd. Ter plaatse van de graafwerkzaamheden ten behoeve van nieuw te graven sloten, slenken en op een drietal locaties waar resten van een molen en een boerderij verwacht werden is een archeologische begeleiding uitgevoerd. In het plangebied kunnen archeologische resten uit de Steentijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd worden verwacht. Uit de resultaten van zowel het verkennend als het karterend veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het grootste deel van het plangebied verstoord is. In een beperkt aantal boringen is een intact podzolprofiel waargenomen. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van het booronderzoek is er geen reden om aan te nemen dat zich binnen het plangebied een archeologische vindplaats bevindt. Tijdens de archeologische begeleiding is een takjesrij en enkele vierkante sporen aangetroffen. Het lijkt in beide gevallen om subrecente sporen te gaan die zijn geïnterpreteerd als archeologisch niet-relevant. Tijdens de archeologische begeleiding zijn in het gehele plangebied geen relevante archeologische indicatoren aangetroffen