Archeologische Rapporten Oranjewoud 2009/87

In opdracht van Bouw- en Adviesbureau Moesbergen B.V. (contactpersoon M. van Zoelen) is door Ingenieursbureau Oranjewoud BV een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Bredestraat 12 te Zennewijnen, gemeente Tiel (Gelderland). De aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de geplande nieuwbouw van een schuur. Op basis van het archeologiebeleid van de gemeente is voorafgaand aan de veldwerkzaamheden een bureauonderzoek uitgevoerd. Het veldonderzoek heeft zich gericht op het oppervlak van de nieuw te bouwen schuur met een oppervlakte van circa 500 m2. Het bureauonderzoek heeft zich op het gehele kavel van Bredestraat 12 gericht. Het bureauonderzoek concludeert dat de specifieke archeologische verwachting sterk samenhangt met de geomorfologische situatie. Het plangebied aan de Bredestraat 12 ligt in het Midden-Nederlandse rivierengebied. In dit gebied komen voornamelijk holocene afzettingen aan het oppervlak voor (ca. 11.500 jaar geleden tot heden) in de vorm van grind, zand, zavel en klei, die door rivieren zijn aangevoerd en afgezet. Binnen het plangebied werden archeologische waarden verwacht uit de periode van de IJzertijd tot en met de Nieuwe Tijd. De verwachte archeologische resten zijn sterk afhankelijk van de mate van intactheid (en aard) van de natuurlijke afzettingen. Om de bovenstaande verwachtingen te toetsen heeft in juli 2009 een karterend booronderzoek plaatsgevonden, met als doel het toetsen van het gespecificeerde verwachtingsmodel uit de bureaustudie, het bepalen van de geomorfogenese van en de bodemopbouw- en kwaliteit (gaafheid) binnen het plangebied en om te bepalen of zich binnen het plangebied (een) vindplaats(en) bevindt of (kunnen) bevinden. Uit het booronderzoek blijkt dat er oever- en komafzettingen aanwezig zijn die een onderdeel vormen van de stroomrug van de Zennewijnen. Deze oeverafzettingen liggen op oudere komafzettingen. In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen of archeologische lagen waargenomen die doen vermoeden dat binnen het plangebied sprake zou zijn van een archeologische vindplaats. Het advies luidt om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling