MUG-publicatie 2011-33

Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bouwplannen voor de onderzochte percelen aan De Skou te Heeg, gemeente Súdwest Fryslân. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is er een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Op de dekzandwelving kunnen resten uit de steentijd aanwezig zijn. In de veenontginningsvlakte kunnen veenterpen en sporen van de ontginning van het gebied verwacht worden. Door middel van een verkennend booronderzoek moet duidelijk worden of de bodemopbouw intact is en of er een trefkans is op archeologische resten. Uit het verkennend inventariserend booronderzoek blijkt dat de bodem van het onderzoeksgebied bestaat uit klei met daaronder mosveen, waaronder dekzand ligt. In een deel van het onderzoeksgebied zijn in het dekzand (deels) intacte podzolbodems aanwezig. In deze bodems kunnen archeologische resten aanwezig zijn. In de afdekkende veen- en kleilaag zijn geen indicaties gevonden voor veenterpen of andere archeologische sporen. Omdat er in een deel van de boringen een (deels) intact podzolprofiel aanwezig is, wordt aanbevolen om hier een vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een karterend (mega)booronderzoek. Er wordt aanbevolen om de gebieden zonder podzolbodem vrij te geven