Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek

Synthegra heeft in opdracht van Tauw een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan het Marktplein in Twello. De aanleiding voor het onderzoek is de bestemmingsplanwijziging ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling van nieuwbouw. Aangezien de bodem grotendeels is verstoord, zijn eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen verloren gegaan. Daarnaast zijn er geen indicatoren aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van een vuursteenvindplaats. De middelhoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum kan daarom voor het westelijke deel van het plangebied naar laag worden bijgesteld. Voor het oostelijke deel van het plangebied blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd. Tijdens het booronderzoek zijn echter geen archeologische resten of indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid een vindplaats vanaf het neolithicum. Daarom kan de hoge verwachting om archeologische waarden uit de perioden neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen aan te treffen voor het westelijke deel van het plangebied worden bijgesteld naar laag en kan de lage verwachting om archeologische waarden uit de perioden late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd aan te treffen voor het westelijk deel van het plangebied worden gehandhaafd. Voor het oostelijke deel van het plangebied blijft de hoge verwachting voor de perioden neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen en de lage verwachting voor de perioden late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd gehandhaafd. Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor het westelijke deel (het bouwblok, gelegen ten westen van de stippellijn op bijlage 3) van het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. Mocht in de toekomst ook nieuwbouw in het oostelijke deel (waar het advocatenkantoor staat) worden gepland, dan dient hier eerst een booronderzoek te worden uitgevoerd. Daarbij dient het ondergrondse deel van de bebouwing nog niet te zijn gesloopt, omdat anders de eventueel aanwezige archeologische resten kunnen worden verstoord