Beknopt bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek

Synthegra heeft in opdracht van LTO Noord Advies een beknopt archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Oud Kilderseweg 53 in Doetinchem. De aanleiding voor het onderzoek is de sloop van de huidige bedrijfsgebouwen en de nieuwbouw van woningen. Op de gemeentelijke beleidskaart geldt voor het plangebied een middelmatige archeologische waarde. Het ligt in de landschappelijke zone van de middelhoog gelegen terrasresten.1 Uit bestudering van het historische kaartmateriaal blijkt dat het plangebied blijkt dat in het noordwestelijke deel van het plangebied ter plaatse van het huidige woonerf historische bebouwing verwacht kan worden. Aan het noordwestelijke deel van het plangebied is daarom een hoge verwachting toegekend voor historische bebouwing uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. In het plangebied zijn poldervaaggronden ontwikkeld in sterk zandige (vroeg)holocene rivierklei. Plaatselijk zijn recente bodemverstoringen aangetroffen tot 50-80 cm beneden maaiveld. In de noordelijke helft van het plangebied zijn in de diepere ondergrond pleistocene rivierafzettingen aangetroffen, die bestaan uit een zandige leemlaag (vanaf 80-90 cm beneden maaiveld) met daaronder matig fijn rivierzand (vanaf 105-115 cm beneden maaiveld). In de zuidelijke rand van het plangebied is sprake van een hogere terrasrest, waar het pleistocene rivierzand binnen 60 cm beneden maaiveld is aangetroffen. Hier is geen zandige leem is afgezet. In de potentiële archeologische niveaus (de bouwvoor, in de top van de leemlaag en de top van het rivierzand) zijn geen archeologische indicatoren gevonden die wijzen op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Ter plaatse van de verharding en de schuur worden geen archeologische resten meer verwacht, omdat de bodem hier tot circa 1,0 m beneden maaiveld is verstoord. Op basis hiervan is de middelhoge verwachting voor zowel vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum als voor nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen voor de onderzoekslocatie naar laag bijgesteld. De middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd is ook naar laag bijgesteld. De hoge verwachting voor de late middeleeuwen en de nieuwe tijd voor het noordwestelijke deel van het plangebied blijft gehandhaafd, omdat hier geen boringen zijn gezet. Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor het onderzochte deel van het plangebied geen vervolgonderzoek geadviseerd. De noordwestelijke hoek van het plangebied is niet onderzocht door middel van een veldonderzoek. Hier blijft op basis van het historisch kaartmateriaal een hoge verwachting gelden voor nederzettingsresten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Wanneer in de toekomst sloop- of graafwerkzaamheden in dit deel van het plangebied worden gepland, zal ook hier een veldonderzoek moeten worden uitgevoerd