BAAC Rapport V-12.0239

Het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv heeft een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Bornsebeek te Borne. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied deel uitmaakt van een gebied dat in het Saalien bedekt is geweest met landijs, waardoor het oudere oppervlak sterk gewijzigd is. In het Weichselien zijn in en rond het plangebied fluvioperiglaciale afzettingen en dekzanden gesedimenteerd, die plaatselijk in het Holoceen weer zijn afgedekt met beekafzettingen (klei en veen). Het landschap dat zo is ontstaan, bestond uit een afwisseling van beekdalen en moerassige laagten met hogere dekzand- en moreneruggen. Door dit gebied stroomde vanaf het begin van de Holoceen een netwerk van beken. Het verloop van deze beken is in de loop der eeuwen sterk gewijzigd door het graven van verbindingen tussen de beken. Vermoedelijk is ook de Nieuwe Beek op deze manier ontstaan. Na verloop van tijd zijn ook deze kanalen gaan meanderen. Aan het begin van de twintigste eeuw zijn de waterlopen in en rond het plangebied genormaliseerd, waarbij de meanderbochten zijn afgesneden. Ook recenter hebben ingrijpende werkzaamheden plaatsgevonden, waarbij beeklopen zijn verlegd. Het plangebied was rond 1800 afwisselend in gebruik als hooiland, weiland en plaatselijk als bouwland, tuin of bos en werd over het algemeen doorsneden of geflankeerd door een al dan niet gegraven waterloop. In de omgeving van het plangebied zijn, voornamelijk op de hoger gelegen ruggen, diverse waarnemingen bekend die dateren uit de steentijd, de ijzertijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Op basis van de resultaten uit het bureauonderzoek wordt aan de laagtes en beekdalen in het plangebied een lage tot middelhoge verwachting toegekend voor aan natte zones gerelateerde archeologische waarden uit het laatpaleolithicum tot nieuwe tijd. Hierbij moet gedacht worden aan de resten van infrastructuur, voorwerpen gerelateerd aan jacht- en visvangst, nederzettingsafval, rituele depositie, vaartuigen, gegraven waterwerken en winplaatsen van grondstoffen, e.d. Aan de gebieden rond de bekende havezathes wordt een hoge verwachting voor de late middeleeuwen en nieuwe tijd toegekend. Deze waarden kunnen zich zowel aan of nabij het oppervlakte als in diepere lagen bevinden. Aan die delen van het plangebied die de oorspronkelijk matig hoge delen van het landschap aansnijden, wordt een middelhoge verwachting toegekend voor archeologische waarden (vuursteenvindplaatsen, nederzettingen en grafvelden) uit het laatpaleolithicum tot nieuwe tijd. Deze waarden bevinden zich voornamelijk aan of nabij het oppervlakte. Aan de afgegraven delen wordt een lage archeologische verwachting toegekend. Voor de gebieden met een middelhoge verwachting wordt een vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek geadviseerd. Voor de gebieden met een lage verwachting of een aan natte context verbonden verwachting wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd