Archeologische Berichten Nijmegen – Briefrapport 104

Het gaat om een archeologische begeleiding cf. protocol opgraven (KNA versie 3.2.). In beide werkputten is onder de teelaarde (S5000) een 2,5 tot 3,5 m dik opgebracht ophogingpakket (S5001) aangetroffen dat – gezien de samenstelling van het vondstmateriaal in verband kan worden gebracht met de aanleg van de nieuwe Waalbrug (1931–1936). Natuurlijke hellingafspoelingen (sandr), oeverafzettingen en dieper gelegen onver- stoorde antropogene bewoningslagen zijn niet gezien en waarschijnlijk ook niet bereikt, vanwege de grotere diepteligging en de aanwezige helling in het terrein. Daarom moet niet uitgesloten worden dat er in het plangebied nog dieper gelegen (dieper dan het bereikte vlakniveau op 16,78 m +NAP) onverstoord archeologisch bodemarchief aanwezig is. De mate van bodemverstoring die zal gaan optreden ten gevolge van boomwortelvorming is niet bekend. Wat betreft de drie natuurstenen bewerkte blokken (vondstnummers 4. 5 en 6) uit het ophogingpakket (werkput 1, S5001) kan op basis van stijlkenmerken geconcludeerd worden dat deze uit de (mogelijk tweede helft van de) zeventiende eeuw dateren. De natuurstenen blokken kunnen behoord hebben bij een forse doorgang (naar een binnenplein?) of portaal van een vermoedelijk groot stadspand, wellicht het nabijgelegen melatenhuis/ziekenhuis? Een andere waarschijnlijke optie is dat de stenen hebben behoord bij een stadspoort, waarvoor de nabijgelegen Hoenderpoort in aanmerking zou kunnen komen