Archeologisch bureau- en booronderzoek EVZ Barneveldse Beek te Stoutenburg, gemeente Leusden (UT)

De aanleiding tot het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) werd gevormd door de plannen voor de aanleg van een ecologische verbindingszone (EVZ) langs de Barneveldse Beek te Stoutenburg/Leusden. Voorafgaand aan het veldwerk is een bureaustudie verricht. Het archeologisch booronderzoek heeft plaatsgevonden op 20 januari 2011. Het booronderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het gebied laaggelegen en drassig is en een lage archeologische verwachting heeft. Wel is in het meest westelijke deel van de onderzoekslocatie een verhoogde kans op ‘natte’ archeologie. Ter hoogte van de huidige brug bij de monding van de Haarbeek is van oudsher een oversteekmogelijkheid van de beek aanwezig geweest. Uit het booronderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied bestaat uit een beekafzetting waarop een laag opgebrachte grond ligt. De beekafzettingen zijn ontstaan in een verlandende beek dan wel een zich verplaatsende beek. De afzettingen bestaan uit grof grindhoudend zand, sedimenten van de beekbodem waarop beekleem ligt dat in de oeverzone en overstromingsvlakte is afgezet. Het geheel is afgedekt door opgebracht zand dat diende om de landbouwkundige kwaliteit van de grond te verhogen. Op een enkele plaats is veen aanwezig en op enkele plaatsen bevindt zich tussen twee lagen beekleem opgebracht zand. In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. In het westelijke deel zijn geen bodemlagen met hoge archeologische potenties aanwezig. Bij de huidige brug ter hoogte van de monding van de Haarbeek zijn geen indicaties aangetroffen dat zich hier nog funderingen bevinden van het gebouw dat in de 19e eeuw aanwezig was. Omdat de trefkans op archeologische resten nihil is, wordt aanbevolen het onderzoeksgebied vrij te geven