ARC-Rapporten 2011-25

De onderzoekslocatie ligt in het rivierengebied. Op de onderzoekslocatie is sprake van twee archeologische niveaus. Door de ligging op oeverafzettingen van de Linge is er in het noordwesten van de onderzoekslocatie een hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen vanaf de Romeinse Tijd. Het zuiden en het oosten van de onderzoekslocatie heeft door de ligging op de Stroomgordel van Gorkum- Arkel een middelhoge trefkans op resten uit het Neolithicum. Het grootste gedeelte van de onderzoekslocatie heeft een lage archeologische trefkans. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn op de Stroomgordel van de Linge waarnemingen vanaf de Romeinse Tijd bekend. Op de Stroomgordel van Gorkum-Arkel zijn geen waarnemingen bekend. De onderzoekslocatie is sinds 1832 niet bebouwd geweest. De onderzoekslocatie is ca. 1,2 tot 2,2 m afgegraven. Ter plaatse van de vijver in het noordwesten van de onderzoekslocatie is de bodem zelfs nog dieper ontgraven. Geconcludeerd kan worden dat door de ontgronding van de onderzoekslocatie de oeverafzettingen van de Linge reeds zijn verdwenen. Hierdoor is in het noordwesten van de onderzoekslocatie de hoge archeologische trefkans niet meer van kracht. Door hun diepere ligging kunnen de oeverafzettingen van de Stroomgordel van Gorkum-Arkel echter nog wel aanwezig zijn. Voor dit deel van de onderzoekslocatie blijft de middelhoge trefkans dan ook van kracht