rapport 3196

ADC ArcheoProjecten heeft in september 2012 ten behoeve van de ontwikkelingsplannen van de nieuwbouwwijk Zuidbroek een karterend booronderzoek uitgevoerd op vier locaties in het gebied Zuidbroek. Dit zijn een locatie aan de Dommeweg-Terwoldseweg (4a), een noordelijke (4c) en zuidelijke (4b) locatie bij de Nijbroekseweg 33 en een locatie tussen de Laan van de Stier en de Laan van de Ram (4d). Volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente Apeldoorn uit 2006 bezitten de locaties een middelhoge verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen. Op grond van het inventariserend veldonderzoek in 2012 is vastgesteld dat delen van het plangebied oorspronkelijk een bodemopbouw kennen op grond waarvan waarden uit het Paleolithicum tot en met Nieuwe tijd aanwezig kunnen zijn. Waar deze bodemopbouw intact is (groepen 2 en 3 uit het vooronderzoek van het ADC), is door middel van een karterend booronderzoek onderzocht of in de locaties archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Tijdens het karterende booronderzoek zijn verspreid over het plangebied relatief kleine fragmenten baksteen en in enkele boringen roodbakkend geglazuurd aardewerk uit de Nieuwe tijd aangetroffen. Vanwege de verspreiding, de grootte en de datering kunnen deze indicatoren beschouwd worden als akkerstrooisel uit de Nieuwe tijd. In het zuidoosten van deelgebied 4a zijn in vijf boringen houtskoofragmenten aangetroffen. De houtskoolfragmenten kunnen een natuurlijke oorsprong hebben (brand) of door bemesting op het perceel zijn opgebracht. Omdat er naast houtskoolfragmenten geen andere indicatoren gevonden zijn, is er onvoldoende bewijs voor een archeologische vindplaats