rapport 3215

ADC ArcheoProjecten heeft in oktober en november 2012 ten behoeve van de geplande woningbouw een Inventariserend veldonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek en een oppervlaktekartering uitgevoerd op de locatie Tegelarijeveld te Roermond. Op basis van de reeds verschenen bureauonderzoek en verkennend booronderzoek konden in het hele plangebied archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. Bodemkundig gezien werden radebrikgronden verwacht. Deze zijn in een deel van de boringen aangetroffen. De C-horizont is aangetroffen direct onder de bouwvoor of, in de boringen die diep verstoord zijn, onder het verstoorde pakket. Tijdens het verkennend booronderzoek is vastgesteld dat het bodemprofiel in alle boringen, behalve in een zevental boringen dieper verstoord is dan 50 cm -mv. Aangezien de vondstenlaag in de eerste 30 cm beneden maaiveld werd verwacht, is de kans dat in deze boringen nog archeologische resten aanwezig zijn, zeer laag. Op de locaties waar een intacte bodem aanwezig was, is geadviseerd om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een karterend booronderzoek en oppervlaktekartering, teneinde de resultaten van het bureau- en verkennend onderzoek aan te vullen en te toetsen. Dit advies is overgenomen door de gemeente Roermond. Tijdens de oppervlaktekartering zijn op de percelen in totaal zestien determineerbare vondsten gedaan. Het overgrote deel betreft steengoedaardewerk uit de periode 14e tot de 17e eeuw. Alle vondsten zijn verspreid over de percelen gedaan, dus van een concentratie lijkt geen sprake. Gezien het geringe vondstdichtheid is het onwaarschijnlijk dat in het gebied sprake is van een laatof postmiddeleeuwse vindplaats, die doorgaans juist een hoge vondstdichtheid kennen. Ook is uit het bureauonderzoek gebleken dat het gebied in ieder geval vanaf 1670 onbebouwd is geweest. Tijdens het booronderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische resten in de bodem