Erfgoedrapport Breda 79

In opdracht van ProRail heeft Bureau Cultureel Erfgoed Breda op 5 augustus 2011 een Inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd op het Stationsplein te Breda. De boringen zijn gezet in de boomgaten die in rijen parallel aan het station (tussen de bushaltes) liggen, en in de boomgaten in het noordelijke deel van de Willemstraat. Aanleiding voor het archeologisch onderzoek is de herinrichting van het stationsgebied en de bouw van een nieuw stationsgebouw. Het Inventariserend veldonderzoek door middel van boringen heeft uitgewezen dat in het noordwestelijke gedeelte van het plangebied op een diepte van 115 tot 160 centimeter onder maaiveld het natuurlijke dekzand nog aanwezig was. In de boringen in het zuiden en noordoosten van het plangebied is de gedempte gracht van de vestingwerken uit de 17de tot 19de eeuw aangetroffen. Wanneer de resultaten van het booronderzoek op de vestingkaarten van 1682 en 1869 worden geprojecteerd, blijkt uit drie boringen dat de ligging van de noordelijke gracht op de kaart van 1682 niet geheel overeenkomt. In de drie boringen is het natuurlijk dekzand op geringe diepte aangetroffen, en is er geen sprake van een grachtvulling. De gracht zal in werkelijkheid dus meer richting het noorden/noordwesten of richting het zuidoosten hebben gelegen. Uit eerder archeologisch onderzoek in de omgeving van het plangebied is al gebleken dat de werkelijke locatie van de vestingwerken niet geheel overeenkomt met de locatie op de huidige kaarten. In boring 2 is op een diepte tussen 50 en 100 centimeter onder het maaiveld een hard object aangetroffen, vermoedelijk muurwerk. Op basis van de beschikbare gegevens is echter niet duidelijk wat zich op deze locatie in de bodem bevindt