Archeologisch bureau- en booronderzoek bij de Bosweg te Opende, gemeente Grootegast (GR)

Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat het onderzoeksgebied ligt in een voormalig heidegebied dat pas in de 20e eeuw geheel is ontgonnen. Aan de zuidgrens van het gebied ligt een archeologisch monument, de locatie van het kloostervoorwerk ‘Topweer’. De locatie van dit monument lijkt foutief te zijn weergegeven op de monumentenkaart en ligt in werkelijkheid waarschijnlijk westelijker. Binnen het onderzoeksgebied ligt een deel van een pingoruïne, doorsneden door kavelsloten. Vondsten uit middeleeuwen en nieuwe tijd zijn op of dicht aan het huidige maaiveld te verwachten. De mate van intactheid van de bodemopbouw is van belang voor de waardebepaling van vuursteenvindplaatsen. Door ontginning en moderne landbouwmethoden (ploegen en egaliseren) kan deze bodemopbouw aanzienlijk verstoord zijn. De pingoruïne kan in het verleden verveend zijn, maar (op diepere niveaus) een intacte veenvulling hebben. In het onderzoeksgebied zijn in totaal zestien boringen gezet. Na het uitvoeren van het veldwerk bleek een deel van het traject ter hoogte van boring tien en elf, ten oosten van de Bosweg, te vervallen. Deze boringen zijn voor de volledigheid wel in het verslag opgenomen. De kans op het aantreffen van archeologische resten binnen het onderzoeksgebied wordt laag ingeschat. Wij bevelen daarom aan geen vervolgonderzoek uit te voeren. Bovenstaande betreft een aanbeveling. Het uiteindelijke selectiebesluit is voorbehouden aan het bevoegd gezag, gemeente Grootegast. Mochten tijdens de werkzaamheden alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Grootegast, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden