Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in oktober 2013 een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uitgevoerd op de locatie Vlaardingerhilseweg 6 te Vierpolders (gemeente Brielle). In het plangebied zal een kas gerealiseerd worden. In het plangebied werden op basis van de gespecificeerde verwachting uit het bureauonderzoek mogelijk meerdere archeologische niveaus verwacht. Het onderste niveau betrof kwelderafzettingen van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer. In en in de top van deze afzettingen kunnen sporen en vondsten uit het Neolithicum aanwezig zijn. In de Midden- IJzertijd vond ontwatering van het veengebied plaats, waardoor vanaf deze periode op het veen geleefd kon worden. In de Late IJzertijd en de Romeinse tijd vonden vervolgens overstromingen plaats, waarbij mogelijk een kleipakket is afgezet (Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren). Nadat de overstromingen ten einde kwamen kon de top van dit kleipakket in gebruik genomen zijn. Bewoning was hierna pas weer mogelijk na de bedijking in de 12e en 13e eeuw. Tijdens het booronderzoek zijn vanaf ca. 300 tot 370 cm –mv en dieper afzettingen van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer aangetroffen. De consistentie wordt gekenmerkt als matig slap tot slap. Hierop is een scherpe grens zichtbaar naar een ca. 40 tot 170 cm dikke laag mineraalarm rietveen. Dit veen wordt gerekend tot de Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket. Het veen wordt vervolgens weer afgedekt door 50 tot 200 cm dik pakket zandige klei, met veenlagen, humeuze lagen en plantenresten. Deze klei wordt gerekend tot de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren. Ter hoogte van boringen 2 en 4 zijn twee waterpartijen aanwezig geweest. De bodem ter plaatse is tot een diepte van gemiddeld 175 cm –mv vergraven. In de overige boringen maakt de bovenste 75 cm deel uit van de bouwvoor. In de top van de kleiafzettingen van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer zijn geen aanwijzingen aangetroffen die kunnen wijzen op archeologische resten uit het Neolithicum. Er is geen ontkalkt niveau, of een humeuze top met mogelijk archeologische indicatoren aangetroffen. Ook is in het veen geen veraarde veenlaag aanwezig. Dit betekent dat het veen nooit lang aan het oppervlak heeft gelegen, niet ontwaterd is geweest en derhalve niet geschikt was voor bewoning. In en/of in de top van de zandige klei van de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor bewoning uit de Middeleeuwen. Gezien de slappe consistentie van het veen en de klei, het ontbreken van een ontkalkt niveau en het ontbreken van een humeuze en/of veraarde top van de relevante pakketten, wordt de kans op het aantreffen van archeologische resten in het plangebied klein geacht. Waarschijnlijk was het te nat voor bewoning. ADC ArcheoProjecten adviseert derhalve om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies