Steekproefrapport 2014-02/02Z

In verband met de geplande verlenging van een ligboxenstal is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Finsterwolderhamrik 9 te Finsterwolde, gemeente Oldambt, provincie Groningen. Onder de stal zal een mestkelder komen waarvoor tot 2,2 meter diepte gegraven zal worden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een veldonderzoek, verkennende en karterende fase. Voorafgaand is een bureauonderzoek uitgevoerd door Libau. Bij het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren. Het plangebied kent twee potentiële archeologische niveaus. Het onderste is de top van het dekzand dat is aangetroffen op dieptes tussen 1,7 en 2,2 meter beneden maaiveld. Het zand vormt een rug die tijdens de steentijd langdurig droge condities heeft gekend. De bodem is goed bewaard gebleven, waardoor eventueel aanwezige archeologische grondsporen eveneens in goede staat kunnen verkeren. Het bovenste niveau is de top van het veen die is aangeboord op dieptes tussen 0,8 en 1,1 meter beneden maaiveld. De top van het veen kan bewoond geweest zijn voorafgaand en tijdens het begin van de zee-inbraken van de Dollard. Het loopvlak is hierbij geërodeerd, maar archeologische grondsporen in het veen kunnen wel bewaard gebleven zijn. Echter op beide mogelijk archeologische niveaus zijn geen eenduidig archeologische indicatoren aangetroffen zoals bewerkt vuursteen, gebakken klei, aardewerk of bot. Het advies luidt om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen