Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende en karterende fase

In opdracht van De Sleutels heeft IDDS Archeologie in juni 2014 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende en karterende fase, uitgevoerd aan de Lombokstraat in Leiden, gemeente Leiden. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande aanvraag van een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van sloop en nieuwbouw van de noordelijke blokken in de Oude Kooi te Leiden. De diepte van de bodemverstoring die optreedt voor het graven van de funderingen is 1,0 m –mv. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied waarschijnlijk is gelegen op oeverafzettingen van de Oude Rijn. Deze kunnen mogelijk nog relatief intact aanwezig zijn onder een opgebracht zandpakket. Op de oeverafzettingen van de Oude Rijn kunnen resten worden verwacht met een datering vanaf de IJzertijd. In die periode werd de Oude Rijn minder actief en werden de oeverwallen bewoonbaar. Op basis van vondsten die zijn gedaan in de omgeving, worden resten verwacht vanaf de Late IJzertijd/ vroeg Romeinse tijd. Aan de oostzijde van het plangebied is een cultuurlaag uit deze periode aanwezig die ook in het plangebied voor kan komen. De te verwachten resten bestaan daardoor met name uit deze cultuurlaag, waarin vondstmateriaal als aardewerk, glas, natuursteen en houtskool voor kan komen. In en onder de cultuurlaag kunnen zich de bijbehorende sporen aftekenen, die naar verwachting gerelateerd kunnen worden aan bewoning, begraving en landgebruik en kunnen bestaan uit onder andere paalkuilen, kuilen, greppels en structuren als huisplattegronden en bijgebouwen. Op basis van het veldonderzoek moet de verwachting enigszins worden aangepast. De archeologische verwachting voor de onderste pakketten (1 en 2) is laag. De top van Pakket 3 (tussen -2,1 en -1,1 m NAP ofwel 0,9 tot 2,0 m -mv) heeft een middelhoge archeologische verwachting. Deze verwachting geldt waarschijnlijk voor de periode Romeinse tijd tot en met de Vroege Middeleeuwen of de Nieuwe tijd. In het zuidoosten en oosten van het plangebied (pakket 4) is een oeverwal van een kreek aangetroffen. De archeologische verwachting voor deze oeverwal is hoog, maar rekening moet worden gehouden met verstoringen in de Nieuwe tijd. Met name in de top van Pakket 4, de bewerkte bodem, of er direct onder mogen archeologische waarden worden verwacht uit de periode Vroege Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. Een oeverwal als deze, die gemiddeld enkele decimeters uitstak boven het omringende maaiveld, was een primaire locatie voor bewoning. Door de ophoging van het plangebied liggen alle archeologische niveaus nu op ten minste een diepte van 0,8 m –mv. Onder de ophoging komt nog een oudere bewerkte bodem voor, waardoor de meeste archeologische resten pas verwacht mogen worden vanaf een diepte van ongeveer 1,1 m –mv. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om een vervolgonderzoek uit te laten voeren indien de ingrepen dieper reiken dan 1,1 m –mv en daarmee een potentiele bedreiging vormen voor eventuele archeologische waarden. Op basis van de huidige plannen wordt een aanvullend archeologisch onderzoek dus niet nodig geacht