Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in juli 2014 ten behoeve van het opstellen van een bestemmingsplan een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Locatie Seed Quality Center aan de Zijtwende te De Lier (gemeente Westland). Op basis van het bureauonderzoek werden in het hele plangebied archeologische resten verwacht uit de Vroege en Midden-Bronstijd op de top van de onderste veenlaag (circa 3 m –mv), uit de Late Bronstijd in de top van de ‘Duinkerke 0 Laag’ (circa 2 m –mv), uit de Late Bronstijd en Vroege IJzertijd in de top van het bovenste veenlaag (circa 1,2 m –mv) en uit de Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen in de top van de dekafzettingen van de Gantel Laag. De vondstenlaag van deze potentiële archeologische niveaus zal zich naar verwachting manifesteren als een archeologische laag. Deze zal bestaan uit een vermenging van ondermeer kleine fragmenten aardewerk, houtskool en bot met het oorspronkelijke substraat. Direct onder het maaiveld in de top van de Laag van Poeldijk worden archeologische resten verwacht vanaf de Late Middeleeuwen. De kans op het voorkomen van nederzettingsresten lijkt, gezien de ligging van het plangebied op een gebied dat vanaf 1712 (Kruikius) als bouwland gebruikt is, klein. De vondstenlaag van deze resten zal zich niet dieper bevinden dan circa 30 cm beneden het maaiveld. In het gebied hebben tot voor kort kassen en woningen gestaan. Deze hebben naar verwachting maar een beperkte bodemverstorende invloed gehad. Naar verwachting bedraagt de bodemverstoring circa 50 cm –mv. Ter plaatse van de voormalige woningen zal de bodem dieper verstoord zijn. Hoe diep deze verstoring reikt, is onbekend. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn 76 boringen verspreid over het plangebied uitgevoerd: 20 boringen tot 4 m –mv en 56 boringen tot 2 m –mv. Op basis van het booronderzoek kan geconstateerd worden dat de geologische opbouw van het plangebied uit een stapeling van klei- en veenlagen bestaat. Van onder naar boven toe zijn kwelderafzettingen van het Laagpakket van Wormer, Hollandveen, kwelderafzettingen of de vulling van een zeegeul uit de Duinkerke 0-fase, een veenlaag met daarin dekafzettingen van de Gantel Laag en dekafzettingen van de Laag van Poeldijk aangetroffen. De bovengrond bestaat uit een circa 50 cm dikke bouwvoor. In boring 18 is van 85 tot 90 cm –mv een humeuze laag met houtskoolbrokken en in de ondergelegen laag fosfaatvlekken aangetroffen. Deze laag wordt geïnterpreteerd als een potentieel archeologisch niveau uit de IJzertijd, de Romeinse tijd of de Vroege Middeleeuwen in de top van de Gantel Laag. In de overige boringen is deze laag niet aangetroffen en ontbreken archeologische indicatoren. ADC ArcheoProjecten adviseert om voor het plangebied de dubbelbestemming verwachtingzone archeologie II te laten vervallen. Hierbij geldt een uitzondering voor de zone rondom boring 18 omdat hier, op 85 tot 90 cm –mv, een potentieel archeologisch niveau uit de IJzertijd of Romeinse tijd is aangetroffen (afb.7). Geadviseerd wordt om voor deze zone een bestemming toe te wijzen met een relatief ondiepe verstoringsdiepte zoals bijvoorbeeld kassenbouw. Als in deze zone de bodem dieper dan 50 cm –mv (inclusief veiligheidsmarge) verstoord wordt, adviseert ADC ArcheoProjecten door het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) met als doel de aanof afwezigheid van archeologische resten vast te stellen alsook de eventuele gaafheid, omvang, datering en conservering ervan te onderzoeken. Het is niet volledig uit te sluiten dat buiten de zone rondom boring 18 nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies