Archeologisch karterend booronderzoek; Tolstraat 36 te Haaksbergen in de gemeente Haaksbergen

Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, karterende fase) blijkt dat de aangetroffen bodemopbouw bestaat uit een 30 cm dikke huidige bouwvoor. Hieronder is de bodem geroerd/verstoord, maar er is nog wel een tweedeling te onderscheiden zoals verwacht werd op basis van bestudering van de bodemkaart en de geomorfologische kaart. Deze tweedeling omhelst dat binnen de zuidelijke helft in de geroerde laag nog restanten van een oorspronkelijke (natte) veldpodzolbodem is aangetroffen. De verstoringsdiepte is minimaal 80 en maximaal 150 cm -mv. Binnen de noordelijke helft betreft het oorspronkelijke bodemprofiel een beekeerdgrond en is er door neerslag van ijzeroxiden een sterk verkitte laag ontstaan. De verstoringsdiepte beperkt zich tot de bovengrond. Ten behoeve van de verbetering van de afwatering is de verkitte laag in het verleden gebroken met een woeltand, waardoor deze laag vermengd is geraakt met de top van de C-horizont. Het zeven van het opgeboorde materiaal heeft geen archeologische indicatoren opgeleverd. Conclusie Op basis van de waargenomen bodemverstoringen en het ontbreken van archeologisch relevante indicatoren, kan worden geconcludeerd dat archeologische waarden niet meer aanwezig zullen zijn of alleen nog maar in een verstoorde context zullen voorkomen. De gespecificeerde archeologische verwachting, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt door het booronderzoek niet bevestigd. Voor in ieder geval de lager gelegen noordelijke helft van het plangebied geldt dat in het verleden heersende (zeer) ondiepe grondwaterstanden ervoor gezorgd zal hebben dat dit deel van het plangebied eigenlijk geen gunstige bewoningslocatie was en dus eerder een lage verwachting heeft op het aantreffen van archeologische resten. Ook van een plaggendek is binnen het gehele plangebied geen sprake. Selectieadvies Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische waarden/de verstoorde bodemopbouw, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Wel dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt om het documenteren van toevals-vondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Haaksbergen (de heer H.M. Heukels) en diens adviseur (dhr. drs. J.A.M. Oude Rengerink, Regionaal Archeoloog) hiervan per direct in kennis te stellen