Oostburg Rioleringswerken 't Vestje. Gemeente Sluis. Archeologisch Bureauonderzoek

In opdracht van de Gemeente Sluis heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in april 2012 een Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd in kader van het projectplan ‘t Vestje in het centrum van Oostburg in de gemeente Sluis. De aanleiding tot het onderzoek is het voornemen van de gemeente Sluis om binnen het plangebied rioleringswerken uit te voeren. Dit plan wordt de komende jaren in drie fasen uitgevoerd en is bekend onder de projectnaam ‘Rioleringswerken ’t Vestje’. Op basis van de in het Archeologisch Bureauonderzoek verworven informatie over de huidige situatie, de aardwetenschappelijke, de historische situatie en bekende archeologische waarden kon een specifieke archeologische verwachting worden opgesteld. Samengevat kan worden gesteld dat voor alle projectfasen een middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit de vroege prehistorie in de top van het Laagpakket van Wierden/pleistoceen dekzand, een lage verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Midden‐IJzertijd en een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Late IJzertijd en Romeinse Tijd in een intacte top van het Hollandveen geldt. Voor de vroege middeleeuwen geldt een hoge verwachting op het voorkomen van archeologische waarden in het plangebied. Voor Fase 3 geldt meer specifiek een hoge verwachting op het aantreffen van de ringwalburg. Voor de late middeleeuwen geldt een middelhoge verwachting op het aantreffen van (buiten stedelijke) vindplaatsen in, en in de top van de afzettingen van Duinkerke II en IIIb, binnen fase 1 en 2. Voor Fase 2 en 3 geldt een hoge verwachting op het aantreffen van laatmiddeleeuwse huizenblokken en straten. Voor de Nieuwe Tijd geldt een lage verwachting voor bewoningssporen binnen Fase 1 maar een hoge verwachting voor resten van de voormalige Staatse vesting en stedelijke bewoning binnen Fase 2 en 3. De aanlegdiepte van de nieuwe riolering binnen Fase 1, 2 en 3 bedreigt het Laagpakket van Wierden en Hollandveen Laagpakket niet, mogelijk met uitzondering van een kort stukje. De afzettingen uit de Duinkerke II en IIIb trangressiefase en eventuele ophooglagen, waarin resten uit de vroege tot late middeleeuwen en Nieuwe Tijd kunnen worden verwacht, direct onder de verstoorde bovenlaag, worden bij de aanleg van de nieuwe riolering wel verstoord. Hoewel binnen het volledige projectplan een hoge verwachting bestaat voor vroeg‐tot laatmiddeleeuwse vindplaatsen werd bij voorliggend advies rekening gehouden met de haalbaarheid binnen het projectplan. Daarom werd beargumenteerd ingezet op bepaalde delen van het tracé, waarbij de nadruk ligt op het lokaliseren en documenteren van de vroegmiddeleeuwse ringwalburg en in beperktere mate de Staatse vestingwerken uit de Nieuwe Tijd. Bij deze laatste werden riool tracés geselecteerd die de onderdelen van de vestingwerken op een relevante manier doorsnijden. Daarnaast werden nog enkele riooltracés geselecteerd die laatmiddeleeuwse woonblokken doorsnijden of wegtracés volgen. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek werd een verwachtingskaart en advieskaart opgesteld waar de zones voor vervolgonderzoek op worden weergegeven. In totaal wordt circa 3.100 meter nieuwe riolering aangelegd waarvan ongeveer 1.290 meter geselecteerd wordt waarbinnen vervolgonderzoek in de vorm van een Archeologische Begeleiding (protocol Opgraven) noodzakelijk wordt geacht. In de overige delen van Fase 1, 2 en 3 wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht