Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase

In opdracht van Rijkswaterstaat is in augustus 2011 een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende fase, uitgevoerd bij de aansluiting op de A20 in Moordrecht, gemeente Moordrecht. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van een bureauonderzoek (Nales/Wilbers 2007) en conform het Programma van Eisen opgesteld door Becker & Van de Graaf bv (Klaveren/Wilbers 2008). Het veldonderzoek is uitgevoerd door middel van 104 boringen van 5,0 m diep verdeeld over de gebieden waar werkzaamheden zullen plaatsvinden. Uit het veldonderzoek blijkt dat de verwachte resten van een loop van het Gouderak riviersysteem alleen aanwezig zijn in het uiterste oosten van het plangebied. In de rest van het plangebied bestaat de diepste ondergrond uit de afzettingen van Kreftenheye bedekt met een dunne komklei van het Gouderaksysteem. De aangetroffen resten van het Gouderaksysteem bestaan uit de laagste delen van de oever, waaraan een lage verwachting voor archeologische resten verbonden wordt. De komkleigebieden hebben een zeer lage verwachting voor archeologische resten. De Gouderak komkleien zijn bedekt door een pakket veen (Hollandveen), dat weer bedekt is door een pakket kreek- en kwelderafzettingen. In het veenpakket kunnen resten voorkomen uit het Neolithicum maar daarvoor geldt een zeer lage verwachting. In het pakket kreekafzettingen geldt een lage verwachting voor resten uit het Laat Neolithicum. Over het algemeen kan worden gesteld dat op grond van het veldonderzoek de kans op de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied laag tot zeer laag is. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren