Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek, verkennend booronderzoek

Synthegra heeft in opdracht van SAB een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het project Deelshouten in Waalre. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van nieuwbouw van woningen. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek Het plangebied ligt binnen een relatief laag gedeelte in het dekzandlandschap op de overgang van de hogere dekzandruggen ten zuiden en oosten van het plangebied naar het lager gelegen beekdal van de Dommel ten westen van het plangebied. Naar verwachting komen in het plangebied enkeerdgronden voor. Op basis van de landschappelijke ligging is aan het plangebied een hoge verwachting toegekend voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum en een middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de middeleeuwen. Op basis van historisch kaartmateriaal worden op twee locaties (Heuvelstraat 23 en 27) nederzettingresten uit de nieuwe tijd verwacht. Archeologische interpretatie veldonderzoek De natuurlijke veldpodzolgrond die verwacht werd onder het plaggendek/ophogingspakket is in het hele plangebied niet aangetroffen. Naar verwachting is de oorspronkelijke bodem door ploegwerkzaamheden opgenomen in het plaggendek. Alleen in het meest zuidelijk gelegen deel van het plangebied zijn langs de beek grotendeels intacte beekeerdgronden aangetroffen (boring 6 en 7). Dit betekent dat vuursteenvindplaatsen, die voornamelijk uit strooiing van fragmenten vuursteen bestaan, niet meer in situ liggen. De hoge verwachting voor vuursteenvindplaatsen wordt daarom naar laag bijgesteld. Aangezien in een groot deel van het plangebied intacte bodemprofielen zijn aangetroffen, kunnen diepere grondsporen van nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd nog intact zijn. Eventuele archeologische resten bevinden zich onder het plaggendek/ophogingspakket in de top van de C-horizont. Alleen in de noordwestelijke rand van het plangebied zijn diepe bodemverstoringen aangetroffen, waardoor eventueel aanwezige archeologische resten al verloren zijn gegaan. Daarom wordt op deze locaties de middelhoge verwachting voor nederzettingsresten uit het neolithicum tot en met de middeleeuwen naar laag bijgesteld. Tijdens het booronderzoek is aangetoond dat het zuidelijke deel waarschijnlijk geen geschikte bewoningsplaats heeft gevormd. Wel kunnen vondsten in een ‘natte context’ van een eventueel nabijgelegen nederzetting worden aangetroffen. Op dit moment zijn er echter geen aanwijzingen voor een dergelijke vindplaats. Op basis hiervan wordt de middelhoge verwachting nederzettingsresten uit de perioden neolithicum tot en met de middeleeuwen aan te treffen voor het zuidelijke deel van het plangebied naar laag bijgesteld. Voor de rest van het plangebied blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd. De diepe recente bodemverstoring in de noordwestelijke hoek van het plangebied wijst erop dat ter plaatse en rond de huidige schuur/loods de bodem tot grote diepte recent is verstoord. Op die locatie worden dan ook geen intacte archeologische resten uit de nieuwe tijd meer verwacht. Op de andere locaties waar historische bebouwing wordt verwacht, zijn geen bodemverstoringen aangetoond en zijn eventuele resten nog intact aanwezig. Hier blijft de verwachting voor nederzettingsresten uit de nieuwe tijd dan ook gehandhaafd. Aanbeveling Voor delen van het plangebied is vervolgonderzoek aanbevolen in de vorm van proefsleuven (zie bijlage 6). Voor dit proefsleuvenonderzoek is een goedgekeurd PvE noodzakelijk