Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek wordt gevormd door de voorgenomen nieuwbouw in het gebied. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Fam R.T.klein Zieverink en Fam J.P.C.Julien- Lammers. Op basis van de resultaten van het reeds uitgevoerde archeologisch bureau- en booronderzoek door Synthegra bv bestaat het vermoeden dat hier sprake is van nederzettingsresten uit de prehistorie tot en met de nieuwe tijd. Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven .Het doel is het inventariseren en begrenzen van de op het terrein(mogelijk)aanwezige archeologische waarden en het bepalen van de gaafheid en conservering van eventuele vindplaatsen en archeologische resten. Van de archeologische waarden wordt een karakterisering gegeven,waarbij tenminste de volgende aspecten aan de orde zijn:periodeaanduiding,geologische context,aard(typering). Het onderzoek aan de Voorste Heusden is op 10-03-2010 uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. S.Diependaal (KNA-archeoloog) en dhr. P.v.Luytelaar (senior-veldtechnicus) volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door drs. H.Kremer. Tijdens het veldonderzoek was er geen reden om van de hierin beschreven onderzoeksmethodiek af te wijken. In totaal zijn er 4 proefsleuven gegraven. Tijdens het proefsleuven onderzoek is gebleken dat in het noordwestelijke deel van het plangebied de restanten van een langgevelboerderij bevinden. De restanten van de funderingen zijn fragmentarisch vanwege de sloop van het gebouw in de 20e eeuw. Op basis van de aangetroffen bakstenen en het vondstmateriaal wordt de begindatering van de boerderij in de 18e / 19e eeuw geplaatst. Naast de restanten van de langevelboerderij zijn voornamelijk ontginningsgreppels uit de 19e/20e eeuw aangetroffen en verstoringen die zijn te relateren aan de sloop van de langgevelboerderij. De greppels die zijn aangetroffen in proefsleuf 1 zijn nog zichtbaar op historisch kaartmateriaal uit de 19e eeuw. Uit het totale beeld blijkt dat er binnen het plangebied een boerderijcomplex uit de 19e/20e eeuw aanwezig is. Naast dit boerderijcomplex zijn geen archeologische sporen aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met een oudere bewoningsfase of landgebruik. De aangetroffen archeologische resten zijn niet behoudenswaardig. Op grond van deze resultaten wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen