Definitieve Opgraving

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek zijn de graafwerkzaamheden ten behoeve van de nieuw te realiseren woning en kantoor. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van familie Verschure. Bij het vooronderzoek is vastgesteld dat op het terrein aan het agrarisch gebruik gerelateerd grondverzet heeft plaatsgevonden, waardoor het oorspronkelijke (micro)reliëf afgevlakt is en de bodem plaatselijk is afgetopt en geëgaliseerd. De minerale toplaag kenmerkt zich door veel verstoringen waardoor vaak nauwelijks sprake is van een duidelijk herkenbaar plaggendek. Doelstelling Het doel van opgraven is het documenteren van gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Gevolgde onderzoeksmethode Het onderzoek aan de Bosscheweg te Aarle-Rixtel is op 30-09-2009 uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door M. Lascaris. Dit PvE is namens gemeente Laarbeek getoetst en goedgekeurd door dhr. P. Schouw. Tijdens de opgraving is er geen reden geweest om van de hierin beschreven onderzoeksmethodiek af te wijken. Er is één werkput gegraven, waarvan aan de (noord)oostzijde het gehele profiel is gedocumenteerd. Tijdens het onderzoek is één vlak aangelegd. Resultaten Tijdens de opgraving is gebleken dat de bodem ernstig verstoord is. Het terrein is geëgaliseerd en vergraven. De bouwvoor is grotendeels direct gelegen op de C-horizont. Tijdens het onderzoek is één spoor aangetroffen. Het gaat hierbij om een waterput die door een tweede dieper gelegen waterput is gegraven. Op basis van een C14 datering is het hout van de diepst gelegen waterput in de Romeinse tijd geplaatst. Ondiepere sporen zoals paalkuilen zijn waarschijnlijk door de graafwerkzaamheden verloren gegaan