Archeologische Begeleiding

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de aanleg van bouwputten in het kader van de nieuwbouw ten behoeve van de Brede School Waterhoef op de hoek van de Schoolstraat en de Terburghtstraat in de bebouwde kom van Oisterwijk. De geplande graafwerkzaamheden vormden een mogelijke bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Daarom zijn de graafwerkzaamheden archeologisch begeleid. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Oisterwijk. Het veldwerk is uitgevoerd op 6 en 7 december 2010. Binnen het plangebied zijn sporen van bewoning aangetroffen uit de ijzertijd (800-12 voor Chr.) en de 11e-12e eeuw . Zij vormen tot dusver de oudste nederzettingssporen van de dekzandhoogte waarop de historische dorpskern van Oisterwijk ligt. Uit de ijzertijd zijn enkele aardewerkfragmenten aangetroffen en enkele paalsporen, die vermoedelijk uit dezelfde tijd stammen. Uit de 11e -12e eeuw zijn delen van minstens twee huisplattegronden aangetroffen. Daarnaast zijn sporen van een derde structuur aangetroffen, die eventueel ook uit de 14e-15e eeuw zou kunnen dateren. De aangetroffen resten uit de 11e-12e eeuw vormen de eerste bevestiging van het bestaan van Oisterwijk vóór 1200, dat tot nu toe alleen vermoed werd op basis van een onzekere historische vermelding. Zij maken deel uit van een nederzetting die vooraf lijkt te gaan aan de huidige historische dorpskern. De laatste lijkt kort vóór 1212 nieuw opgezet te zijn door de Hertog van Brabant, waarbij de oude nederzetting verlaten werd en vervolgens als landbouwgrond geëxploiteerd vanuit de moated site de Weijenbergh. De vindplaats vormt daarmee de ”kraamkamer “ van het historische Oisterwijk, die een grote hoeveelheid informatie bevat over het ontstaan en de vroege ontwikkeling van de plaats. Deze informatie is niet alleen van groot locaal historisch belang maar ook van belang in een groter regionaal kader van onderzoek naar de ontwikkeling van laat-middeleeuwse dorpskernen. Het is daarom aan te bevelen deze nieuw ontdekte archeologische waarde, die zich tot buiten plangebied zal uitstrekken, te integreren in het archeologisch beleid, op locaal dan wel hoger niveau. De aangetroffen sporen zijn in situ behouden op de bodem van de gegraven sleuven