Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de voorgenomen nieuwbouw binnen het plangebied. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van C. Nelis Bouwbedrijf bv. Bij het vooronderzoek is vastgesteld dat er resten vanaf het neolirhicum tot de nieuwe tijd binnen het plangebied kunnen worden verwacht. Doelstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting (zie hoofdstuk 2), die gebaseerd is op het bureau- en booronderzoek. Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Gevolgde onderzoeksmethode Het onderzoek aan de Koestraat te Arcen is op 8-12-2009 uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door drs. H. Kremer. Tijdens het veldonderzoek is er geen aanleiding geweest om van de hierin beschreven onderzoeksmethodiek af te wijken. In totaal is er één proefsleuf gegraven waarin één vlak is aangelegd en gedocumenteerd. Aan de noordzijde van de put zijn drie profielkolommen opgeschaafd en gedocumenteerd. Resultaten Tijdens het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat het terrein vanaf circa 1400 n. Chr. is opgehoogd door middel van plaggenbemesting, waardoor het plaggendek is ontstaan. Dit duidt erop dat het plangebied vanaf deze periode in gebruik is genomen als akkerbouwgebied. Voorafgaand aan de agrarische functies is het terrein bewoond geweest. De sporen uit de 12e/13e eeuw zijn teruggevonden onder het esdek in de natuurlijke ondergrond, C-horizont. De aangetroffen Romeinse scherf kan erop duiden dat het terrein ook in deze periode reeds bewoond is geweest. Omdat het terrein binnen de bebouwde kom ligt is de bodem door latere bebouwingen deels verstoord, soms tot in de C-horizont. Een deel van de archeologische sporen zullen hierdoor niet meer aanwezig zijn of geen bruikbare informatie bevatten. De nog aanwezige sporen kunnen echter informatie bevatten over de middeleeuwse bewoning van het gebied en misschien zelfs over de Romeinse periode. De aangetroffen archeologische resten zijn behoudenswaardig. Er wordt geadviseerd om de archeologische resten in situ te behouden. Indien behoud in situ niet mogelijk is, wordt aanbevolen om de vindplaats doormiddel van een archeologische begeleiding conform protocol opgraving ex situ te behouden