Archeologisch bureauonderzoek ten behoeve van aanleg van een aardgastransportleiding Wapse - Vinkega

In opdracht van Vermilion Oil & Gas Netherlands BV heeft Antea Group in mei 2014 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de geplande aanleg van een gasleiding in de provincie Drenthe en Friesland. Het geplande tracé gaat van de gaswinningslocatie Wapse in westelijke oostelijke richting naar de locatie Vinkega (zie afbeelding 1 en de overzichtstekening 1-52-WPS001-4-22-003 in de kaartenbijlage). Het onderzoek dient ter voorbereiding op de te doorlopen ruimtelijke procedures. Het plangebied omvat circa 25 ha, gerekend met een trajectlengte van circa 10,1 km en een werkstrookbreedte van circa 25 m. De gasleiding zal komen te liggen op een diepte van 1,75 m -mv. Het plangebied ligt op de uitlopers van het Drent/Fries keileemplateau en kent een brede archeologische verwachting. Naast dekzandvlaktes, lage dekzandruggen en -heuvels, kruist het tracé ook een es en een beekdal. Op basis van de gespecificeerde archeologische verwachting kunnen ter plaatse van het tracé archeologische vindplaatsen worden verwacht. Op basis van het beleid van de gemeente Westerveld en Weststellingwerf is een onderzoeksverplichting gekoppeld aan bodemingrepen in het gebied. De archeologische verwachting uit het bureauonderzoek bevestigt in principe de gemeentelijke archeologische verwachting. Op basis van de verschillende geraadpleegde bronnen, zoals historisch kaartmateriaal, zijn er geen specifieke locaties en/of gebieden die een aangepaste verwachting behoeven. Wel bestaat de mogelijkheid dat meerdere zones als gevolg van ontginningen en/of landbouwgebruik deels verstoord zullen zijn. Wij adviseren op het tracé in eerste instantie een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uit te voeren, met uitzondering van vier zones: 1. de zone die door de gemeente Westerveld is aangegeven als vrijgesteld van onderzoek. Hier is op basis van het bestemmingsplan geen onderzoek nodig (in rood op afbeelding 12). 2. de zone die reeds is onderzocht door RAAP ten westen van locatie Vinkega, tot aan de kruising Westvierdeparten en de Eese behoeft niet alsnog te worden onderzocht. Het gaat om de 700 meest westelijk gelegen meters van het tracé (in groen op afbeelding 12). 3. twee zones ter plaatse van laagtes: hier adviseren wij om direct de boordichtheid te vergroten naar één boring om de 10 meter (karterend), teneinde de contouren en mogelijk aard van de laagten vast te stellen (zie oranje op afbeelding 12). 4. voor de zone 1 uit tabel 1 in de gemeente Weststellingwerf is op basis van gemeentelijk beleid direct karterend onderzoek 1 vereist (boringen om de 25 m). Geadviseerd wordt om deze intensiteit aan te houden (zie geel op afbeelding 12). Voor de overige zones (blauw gestippeld op afbeelding 12) adviseren wij zoals hierboven gesteld, ook ter plaatse van de es, eerst om de 50 m verkennende boringen te zetten, teneinde te bepalen of de bodem nog intact is. Dit geldt ook voor de beekdalgebieden, teneinde te bepalen of een veldinspectie na uitvoering van de bodemingrepen nog noodzakelijk is. Het concept-advies is beoordeeld namens de bevoegde overheden, de gemeenten Westerveld en Weststellingwerf. Beiden hebben aangegeven zich te kunnen vinden in het advies. De opmerkingen namens de gemeente Weststellingwerf zijn in deze versie van de rapportage verwerkt