Archeologische Begeleiding onder protocol opgraven

De aanleiding voor het onderzoek is de waarneming door de bevoegde overheid tijdens de bouwwerkzaamheden van archeologische resten in een ontsluiting onder de ontgravingsdiepte die aangegeven is in de Reguliere bouwvergunning 2009B0235. De opgraving aan de Verlengde Parkweg te Ede is op 07-07-2011 uitgevoerd. Het doel van de begeleiding was het zoveel mogelijk documenteren van de gegevens en het veiligstellen van materiaal van vindplaatsen om daarmee informatie te behouden die van belang is voor kennisvorming over het verleden. Na overleg met de gemeente Ede is geprobeerd het onderzoek zo veel mogelijk conform het PvE en de KNA 3.2 uit te voeren, maar dat is vanwege de beperkte tijd niet geheel gelukt. Tijdens het onderzoek is ingezet om tenminste het vlak te documenteren. Daarna is een selectie van de sporen gecoupeerd. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Ontwikkelings Maatschappij Apeldoorn B.V., dhr. E. Blom. De belangrijkste conclusie uit het vooronderzoek is dat grondsporen, met name in het oostelijk deel (onder de garage en de parkeerplaats), nog intact kunnen zijn. Tijdens de begeleiding is gebleken dat op de locatie sprake is van een nederzettingsterrein dat in de laat- Romeinse tijd in gebruik is geweest. In het plangebied zijn drie mogelijke waterputten aangetroffen, enkele kuilen, vele paalkuilen, waarin twee grote structuren zijn te herkennen en delen van mogelijk nog twee structuren. Op basis van oversnijdingen zijn minimaal 3 bewoningsfasen te onderscheiden. Op basis van de bouwput die is opgegraven, kan de vindplaats niet worden begrensd. De vindplaats strekt zich in alle windrichtingen uit. Gezien de datering van deze vindplaats is geconcludeerd dat het onderdeel is van de laat- Romeinse vindplaats die ten noorden van het plangebied is aangetroffen (fase 2 Uitvindersbuurt)