Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de voorgenomen te realiseren woningbouw. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Eersel. Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Dit omhelst een middelhoge verwachting voor resten uit de prehistorie, Romeinse tijd, Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De verwachting die in het bureauonderzoek is opgesteld geeft aanleiding tot een vervolgonderzoek in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting (zie hoofdstuk 2), die gebaseerd is op het bureauonderzoek. Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Het onderzoek aan de Koemeersdijk te Wintelre is op 20-09-2010 uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) dat is opgesteld door drs. J. Schotten. Tijdens het veldonderzoek was er geen reden om van de hierin beschreven onderzoeksmethodiek af te wijken. In totaal zijn er 2 proefsleuven gegraven waarin 1 vlak is aangelegd. Op locatie A zijn eerst controleboringen uit gevoerd om de noodzaak voor een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven te verifiëren. In totaal zijn er drie boringen gezet op locatie A. Hieruit blijkt dat de ondergrond tot tenminste 1,10 m is verstoord. Aangezien in locatie B aan de Mostheuvelzijde de top van natuurlijke ondergrond, het dekzand, al rond de 60 cm onder het maaiveld is aangetroffen, is de kans op intacte archeologische waarden op locatie A zeer klein daarom is besloten het onderzoek op locatie A niet door te zetten naar een volwaardig proefsleuvenonderzoek. In totaal is op locatie B 312 m2 (10% van locatie B) in 2 proefsleuven onderzocht. Vanwege de beperkte ruimte is besloten om deze op elkaar aan te laten sluiten (zie bijlage 2). In deze proefsleuven is één vlak in de top van de natuurlijke ondergrond, de C-horizont aangelegd. In zijn in totaal negen profielkolomen gedocumenteerd. De vlakaanleg heeft laagsgewijs plaatsgevonden tot op het vlakniveau waarop de grondsporen zichtbaar werden en het vlak te interpreteren was. Tijdens het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat er geen archeologische relevante resten zijn aangetroffen. Op grond van deze resultaten wordt geen vervolgonderzoek aanbevolen