Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in april 2014 ten behoeve van de bouw van een woning een bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Westeinde 14 te Hazerswoude-Dorp (gemeente Alphen aan den Rijn). Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat direct onder het maaiveld archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd in het restveen aanwezig kunnen zijn. Een mogelijke archeologische vindplaats zal zich waarschijnlijk als een archeologische laag manifesteren: een doorwerkte, humeuze bodemlaag met daarin fragmenten aardewerk, houtskool en bouwmateriaal. Er kunnen resten van bewoning aanwezig zijn, zoals funderingen, beer- of waterputten. Een archeologische vindplaats uit de Late Middeleeuwen of de Nieuwe tijd heeft waarschijnlijk een middelmatige omvang (boerderij met erf) en een hoge vondstdichtheid. De archeologische resten zijn waarschijnlijk matig tot goed bewaard gebleven, gezien de ligging in grondwatertrap II op de Bodemkaart van Nederland. Het is mogelijk dat door het landgebruik in de 19e en 20e eeuw de archeologische waarden verstoord zijn geraakt. Omdat dieper gelegen lagen (wadafzettingen) zijn ontstaan onder zeer natte omstandigheden, worden in deze lagen geen bewoningssporen verwacht. Deze niveaus krijgen dan ook een lage archeologische verwachting. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestond uit vijf boringen verspreid over het plangebied. Tijdens het booronderzoek is in de ondergrond een pakket mariene klei aangetroffen van het Laagpakket van Wormer met daarboven een mineraal arm veenpakket van het Hollandveen Laagpakket. De bovenste 60 cm van het Hollandveen is veraard. Het plangebied ligt op een veenrestdijk. In het plangebied is geen archeologische laag aangetroffen. De kans op de aanwezigheid van archeologische waarden wordt daarom klein geacht. Bovendien zal het maaiveld worden opgehoogd met een grondpakket van circa 50 dikte en zullen de funderingssleuven van de nieuwbouw niet dieper reiken dan 70 cm beneden het toekomstige maaiveld (20 cm beneden het huidige maaiveld). Op grond van de lage archeologische verwachting en de ondiepe bodemverstoring ADC ArcheoProjecten het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van dit rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies