Inventariserend Veldonderzoek, verkennend en karterend booronderzoek

Synthegra heeft in opdracht van Waterschap Hollandse Delta een archeologisch onderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Garsdijk in Simonshaven (afbeelding 1.1). Het onderzoek bestond uit een karterend booronderzoek. Het veldwerk is uitgevoerd op van 27 augustus tot en met 10 september 2010. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek Vindplaatsen van de Vlaardingen-cultuur uit het neolithicum en vindplaatsen uit de vroege-bronstijd zijn te verwachten in de top van de oeverafzettingen die behoren tot de afzettingen van Calais IV (Laagpakket van Wormer van de Formatie van Naaldwijk). Verder is er kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Archeologische sporen uit de midden-ijzertijd zijn te verwachten in de top van het Hollandveen Laagpakket. Sporen uit de late-ijzertijd en de Romeinse tijd zijn te verwachten in het traject Hollandveen Laagpakket – afzettingen van Duinkerke I (Laagpakket van Walcheren). Archeologische resten uit de middeleeuwen zijn te verwachten vanaf het maaiveld in de afzettingen van Duinkerke III (Laagpakket van Walcheren). Archeologische interpretatie veldonderzoek Op grond van het beknopte bureauonderzoek in het Programma van Eisen worden vindplaatsen van de Vlaardingen-cultuur uit het neolithicum en de vroege-bronstijd verwacht in de top van de oeverafzettingen die behoren tot de afzettingen van Calais IV (Laagpakket van Wormer van de Formatie van Naaldwijk). Tijdens het veldonderzoek zijn deze oeverafzettingen onverstoord aangetroffen. In 5 boringen op de zuidelijke oeverwal zijn archeologische indicatoren aangetroffen in de oeverafzettingen, namelijk houtskool en vermoedelijk verbrande leem. Deze indicatoren wijzen op de mogelijke aanwezigheid van een vindplaats uit de periode neolithicum tot en met de vroege bronstijd. De archeologische verwachting voor deze periode kan op grond van de resultaten van veldonderzoek op hoog gesteld worden. Verder is er kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. Archeologische sporen uit de midden-ijzertijd zijn te verwachten in de top van het Hollandveen Laagpakket. Sporen uit de late-ijzertijd en de Romeinse tijd zijn te verwachten in het traject Hollandveen Laagpakket – afzettingen van Duinkerke I (Laagpakket van Walcheren). Tijdens het veldonderzoek bleek het niet mogelijk om de afzettingen van Duinkerke I te onderscheiden. Daarnaast zijn er geen archeologische indicatoren aangetroffen in het Hollandveen en vlak daarboven. De archeologische verwachting voor de periode late ijzertijd tot en met de Romeinse tijd wordt daarom bijgesteld naar laag. Archeologische resten uit de middeleeuwen werden verwacht vanaf het maaiveld in de afzettingen van Duinkerke III (Laagpakket van Walcheren). In deze afzettingen, waarvan de dikte in het plangebied vrij gering is en plaatselijke geheel in de bouwvoor is opgenomen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De archeologische verwachting voor de middeleeuwen wordt op grond van de resultaten van het veldwerk op laag gesteld. Aanbeveling Op grond van de resultaten van het onderzoek worden in het deel van het plangebied, waar de Calais-geul met bijbehorende oeverwallen voorkomt (zie detailkaart in bijlage 3), archeologische waarden verwacht. Indien deze zone in de ontwikkeling van het plangebied niet geheel kan worden ontzien wordt daar vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Geadviseerd wordt om een waarderend onderzoek door middel van proefsleuven uit te voeren in het deel van het plangebied waar de Calais-getijdengeul met oeverafzettingen is aangetroffen. Het zwaartepunt van dit onderzoek dient op de zuidelijke oeverzone van de getijdengeul te liggen. Voorafgaand aan een dergelijk onderzoek dient een Programma van Eisen opgesteld te worden waarin de vraagstelling en de onderzoeksmethode staat verwoord. Dit PvE dient voor aanvang van het proefsleuvenonderzoek getoetst te worden door de bevoegde overheid, de gemeente Bernisse. In de overige delen van het plangebied worden geen archeologische vindplaatsen verwacht. Deze delen kunnen op grond van dit onderzoek worden vrijgegeven