BAAC rapport V-15.0010

In opdracht van MBA Wilbers Beheer, vertegenwoordigd door Kovos Architecten, heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Park 7, 7a, 9 te Nuenen. De aanleiding voor dit onderzoek is het plan de bestaande bebouwing te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied vermoedelijk ligt op een matig hooggelegen dekzandrug en/of dekzandvlakte, die eeuwenlang als bouwland is gebruikt. Als gevolg hiervan is een dik cultuurdek ontstaan, waardoor eventueel aanwezige archeologische waarden tegen diepe bodemverstoringen beschermd zijn. In de vijftiende eeuw is ter hoogte van het plangebied rond een driehoekige brink het buurtschap Hei-Eind ontstaan. Het plangebied maakt deel uit van de westelijke zijde van de brink en was in ieder geval in het begin van de negentiende eeuw, maar vermoedelijk veel eerder, bebouwd. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische waarden bekend, die dateren uit de ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen en nieuwe tijd. Ook de aanwezigheid van oudere archeologische waarden kan niet worden uitgesloten. Als gevolg van de eeuwenlange grondbewerking en bewoning zal echter het natuurlijke bodemprofiel in een oude cultuurlaag/esdek zijn opgenomen, waardoor vuursteenvindplaatsen naar verwachting zich grotendeels niet meer in situ bevinden. Door de bebouwing vanaf de negentiende eeuw zal plaatselijk de bodem verstoord zijn. De verstoring is echter zeer lokaal, waarbij bijvoorbeeld alleen ter plaatse van de funderingsleuven de bodem verstoord is geraakt. Tussen de funderingen kan de bodem nog vrijwel geheel intact zijn. In de achtertuin worden aan nederzettingen gerelateerde archeologische waarden verwacht, zoals beerputten, waterputten en dergelijke. Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum tot en met het neolithicum. Voor archeologische waarden (nederzettingen, graven en dergelijke) uit het neolithicum tot en met de bronstijd geldt een middelhoge verwachting en voor de ijzertijd tot en met de nieuwe tijd een hoge verwachting. Voor de locatie van de kelder geldt voor alle perioden een lage verwachting. Volgens de huidige plannen zal de bestaande bebouwing worden gesloopt. Indien de sloop niet zorgvuldig wordt uitgevoerd, bestaat een gerede kans dat tot nu toe intacte bodem en archeologisch niveau verstoord raakt. Volgens de huidige plannen zal de bodem tot 1 à 3 m –mv (in ieder geval tot de draagkrachtige laag oftewel de C-horizont) vlakdekkend worden verstoord. Hierdoor zal het archeologisch niveau ter hoogte van de nieuwbouw geheel worden vernietigd. Derhalve wordt geadviseerd om de huidige bebouwing uitsluitend bovengronds te slopen en voorafgaand aan de nieuwbouw een archeologisch onderzoek in de vorm van proefsleuven uit te voeren om de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden te bepalen